woensdag 30 december 2015
The Force Awakens - Star Wars: de extended remix
Nadat ik in 1983 Return of the Jedi zag, heb ik een tijd lang mijn gedachten laten gaan over wat er verder zou gebeuren. En ze leefden lang en gelukkig? Of zouden de kinderen nieuwe avonturen beleven? Hoe zou dat eruit zien? Als The Force Awakens dus. Een vervolgfilm en tegelijkertijd een remix van Star Wars (1977). Van de originele trilogie zag ik Star Wars (later A New Hope) als laatste en wellicht dat ik hem daarom verreweg de minst leuke vind. Zoals remixen van dancetracks vaak genoeg het origineel verbeteren is dat met The Force Awakens ook het geval. Star Wars was een soort samplefilm (met elementen van Kurosawa’s Kakushi-toride no san-akunin, Flash Gordon, Triumph des Willens, fantasy en sciencefictionseries die allang in de vergetelheid zijn geraakt.) Narratieve originaliteit was nooit van belang (en als kind was je hier compleet ongevoelig voor.) Niet zozeer vanuit een postmoderne gedachte maar omdat Star Wars mythologie is. Zeer krachtige mythologie.
Ik vind het niet ondenkbaar dat Star Wars langzaam tot wereldreligie zal evolueren (en in zekere zin is dat proces, zeker in de Verenigde Staten, al een tijd geleden aan de gang.) George Lucas vond veel inspiratie in Joseph Campbells studie naar de structuur van mythologieën Hero with a Thousand Faces. In dat boek lanceerde Campbell onder ander het concept van de monomythe waar alle bekende mythes onderdelen uit gebruiken. Campbell was onder andere beïnvloed door Jungs ideeën over archetypen en Star Wars is natuurlijk een psychoanalytische parabel met een droomachtige intensiteit: vol maskers, vaders en zonen die elkaar naar het leven staan, het niet kunnen ontsnappen aan familietrauma’s en de daaruit volgende persoonlijkheidsstructuren. Kortom, Star Wars is immuun voor de huidige cultus van de obsessieve plotwending. De fans lijken dit gesublimeerd te hebben tot een wens naar een nostalgische filmervaring waarin het gevoel van verwondering uit de jeugd wordt herleefd. De nieuwe makers hebben dit gelukkig ook ingezien en gekozen om vernieuwing op andere punten toe te passen:
- Op technisch niveau. Door het digitale schilderen van de prequels achterwege te laten en het verhaal weer in zoiets als een “echte”, lege wereld te situeren en tegelijkertijd deze wereld invoelbaar te maken voor de huidige perceptie. De 3D is dan ook buitengewoon effectief, niet meer de goedkope kijkdoos met jolige schrikeffecten maar een ware diepte waardoor de stardestroyers opeens gedetailleerd reliëf krijgen.
- Nieuwe identiteiten. De rollen staan vast in mythologie maar wat The Force Awakens heel slim doet, is deze aan andere sociale identiteiten toe te wijzen. De vrouw als held, de zwarte als rebel, de gevoelige jonge man die worstelt met de verleiding van het licht in plaats van het duister.
- Humor. Heel precies getimede, bijna achteloze humor.
The Force Awakens is een remix van Star Wars: A New Hope maar neemt meteen elementen mee uit de films die daarop volgde (een megamix?) Nu iedereen weer bij de les is, wordt het interessant hoe men verder zal gaan, of de volgende regisseur Rian Johnson en de in ere herstelde scenarist Kasdan een sterke signatuur toevoegen aan een verhaal dat grotendeels al vaststaat: de vervulling van Luke’s belofte door Rey die de weifelende Kylo Ren zal moeten verslaan. Cirkels zullen in dit vaststaande schema subtiel kunnen verschuiven. Los van de nadelen van de digitale constructie laten de prequels zien hoe essentieel de mythologische structuur voor Star Wars is. Lucas had moeite met het toevoegen van nieuwe elementen (de onbevlekte ontvangenis van Anakin) en hoe dichter het verhaal bij de originele films kwam hoe beter het werd. Zolang Abrams deze les voor ogen houdt, kan Star Wars de laatste twee delen weinig overkomen.
Hoe dan ook, Star Wars als verhaal kan ons (los van een nieuwe generatie kijkers) nog weinig leren. Het gaat om de manier waarop de reis wordt uitgebeeld (en klinkt). En hier is The Force Awakens, vanaf het eerste sublieme shot van een stardestroyer die een planeet verduistert tot het slotbeeld van een zwijgende Luke, bijna een totale triomf. De constructie van een universum vormde natuurlijk altijd de kracht van de films. Sciencefictionliefhebbers in de jaren zeventig worstelden bijna allemaal met Star Wars. J.G. Ballard zag meteen in dat de innovatie van sciencefiction is de voorafgaande decennia zou worden opgeofferd aan speciale effecten. Samuel R. Delany was ondanks een aantal kanttekeningen enthousiast. Sciencefiction als filmspektakel beginnen we recentelijk serieus aan te ontsnappen en in die zin is de invloed van Star Wars inderdaad te krachtig geweest. De synthese van sciencefiction en fantasy was destijds redelijk uniek en ongetwijfeld verantwoordelijk voor een deel van het succes. Maar de synthese was ook volmaakt, Star Wars heeft geen enkel derivaat geïnspireerd dat zich er serieus mee kon meten (al maakte het waarschijnlijk de controversiële—en uiteindelijk onderschatte—verfilming van Dune mogelijk.) De grote bijdrage van Star Wars aan sciencefiction is de geleefde toekomst. De steriele, technologische toekomst van rationele onderdrukking werd vervangen door een vieze toekomst vol roest, zand en deuken. In die zin leidt Star Wars direct naar Mad Max en Alien. The Force Awakens keert terug naar de vieze toekomst met nog mooiere beelden (de geweldige woning van Rey) en laat bovendien personages, vrijwel voor het eerst, echt worstelen met de politieke krachten die zulke ravage aanrichten. Onderschat de kracht van de remix niet.
zondag 20 december 2015
Futuristische muziek voor puriteinen
Ik heb met veel interesse het overzichtsartikel ‘2015: The Neofuturist Aesthetic’ van Matthew Philips gelezen. Geen wonder, de muziek die in het artikel wordt gepresenteerd lijkt geknipt voor deze tijd: drones in je mik, terrorisme bij je croissant, geflipte politici die praten in doorgepeilde oneliners, surveillanceclichés uit depressieve sciencefictionpockets en voorzichtige dromen van een terugkeer naar ruimtereizen. Neofuturisme zoals beschreven raakt de juiste midi-kanalen. En daar zit precies het probleem: je kunt de muziek eigenlijk gewoon theoretisch houden want er is weinig plezier aan te beleven. Zelfs de vriendelijkste uiting van de esthetiek, Holly Herndon, hoef ik na een keer luisteren niet meer te horen. Veel van de genoemde artiesten klinken als de stoomwals waarmee Terminators de botten van de mensheid platwalsen. Neofuturisme komt op mij over als een bijna puriteinse vorm van elektronische muziek waarmee op plezier en het lichaam wordt neergekeken. Zelf verlang ik toch naar een zonnestraal die over al die binnenkort uitgeraasde en vastgeroeste machines valt. Ik wil kortom wat solarpunk in mijn futurisme.
Je kunt je bovendien afvragen: waarom nu? Op het Sonic Acts festival is dit soort post-dance electronica al jaren te horen, indrukwekkend in het moment maar ook ergens afstandelijk. Wat je er wellicht nieuw aan zou kunnen noemen, is de infectie door de drop, de centrale climax in EDM-tracks, hier gemuteerd tot een ontploffing van digitale splinters. Philip Sherburne schreef een gelijksoortig overzicht en een cynische interpretatie zou stellen dat neofuturisme hoofdzakelijk een Amerikaanse reactie is op a. de opgefokte blijheid van hypercommerciële EDM b. identiteitspolitiek. In ander woorden: minderheden maken de muziek en verdienen daarom meer aandacht. Dat laatste vind ik als Europeaan altijd een heikel punt en mijn reflex is om kunst/muziek/theorie die identiteit voorrang geeft, te negeren.
Muziek komt voor ideologie. Daar ben ik toch een te oude technoromanticus voor en ik verlang naar ritmiek, een vleugje melodie, een hint—als was het maar een herinnering—aan menselijkheid. Neofuturisme klinkt vaak als Autechre’s ‘Gantz Graf’ zonder de melodie (een onderschatte component van het duo)…‘Gantz Graf’ is dertien jaar oud, voorheen een onoverbrugbare periode in popmuziek. Toen ik in 1983 naar The Beatles begon te luisteren waren in diezelfde periode van dertien jaar dubreggae, disco, punk, new wave en new pop ontstaan. Nu is in dertien jaar wat gesleuteld aan details. En ik breek mijn hoofd al een paar dagen over de vraag waarom het brutalisme van Pan Sonic altijd spannend klinkt in vergelijking met Arca. Waarom ik Oneohtrix Point Never volstrekt oninteressant vind en Boards of Canada met Tomorrow’s Harvest diezelfde ideeën moeiteloos invoelbaar maakten? Dus nog een cynische observatie: is men de oude gezichten zat (wat valt er nog te zeggen over Autechre’s elfde album? Weer Björk en haar experimentele fratsen!) en verlangt men gewoonweg naar nieuw bloed en jonge inzichten?
Wellicht staan we voor een schisma in elektronische muziek tussen romantische functionaliteit (het jaren negentig model samengevat als een spanning tussen dansvloer en IDM) en onhandelbare lelijkheid. Een van de problemen, vermoed ik, is dat veel neofuturisten meer conceptuele artiest dan muzikant zijn en vaak evenveel waarde hechten aan het visuele als aan het muzikale. Nu geloof ik niet in een strenge scheiding, je hoeft geen certificaat muzikant te halen om interessante muziek te maken. Brian Eno, een van de belangrijkste muzikanten van de afgelopen 50 jaar, was altijd meer conceptuele kunstenaar dan pure muzikant. Vreemd genoeg liet Eno muziek als geen ander muziek ademen. De neofuturisten met hun obsessieve gebruik van de computer lijken muziek op te sluiten in een vacuüm. Het zijn de geluiden van abstracte machines, levenloos…plat.
donderdag 17 december 2015
Waar is de digitale horizon gebleven?
Ik ben snel een liefhebber geworden van de serie Halt and Catch Fire (AMC) over de perikelen van een ambitieus computerbedrijf in het begin van de jaren tachtig. Het vangt verrassend goed het tijdsgevoel en de muziek is vaak avontuurlijk, zonder te kiezen voor de pophits van de tijd. De esthetiek is vrij subtiel, ambient met kleine details die gewoonweg kloppen. De begintitels passen hier perfect bij.
Laatst bedacht ik toen de serie begon opeens: wat is er gebeurd met de digitale horizon? In de jaren tachtig had je op verpakkingen, in reclames, games en films (Tron) vaak het beeld van een horizon. Vanzelfsprekend om de associatie op te roepen van een wereld die nog komt en binnen handbereik is dankzij de computer (soms andere digitale technologie als de cd-speler). Ik heb snel een paar voorbeelden gezocht:
Deze horizon is compleet verdwenen uit de hedendaagse esthetiek. Waarna je snel de conclusie kunt trekken dat marketingfiguren onbewust niet geloven in de toekomst. In de verkoop van apparaten of andere objecten met een idee van een wereld die nog moet komen. Ongetwijfeld is dit idee uitgebreid bij consumenten onderzocht en krijgt deze er geen positieve gevoelens bij. Uit angst natuurlijk, pure angst.
Laatst bedacht ik toen de serie begon opeens: wat is er gebeurd met de digitale horizon? In de jaren tachtig had je op verpakkingen, in reclames, games en films (Tron) vaak het beeld van een horizon. Vanzelfsprekend om de associatie op te roepen van een wereld die nog komt en binnen handbereik is dankzij de computer (soms andere digitale technologie als de cd-speler). Ik heb snel een paar voorbeelden gezocht:
Deze horizon is compleet verdwenen uit de hedendaagse esthetiek. Waarna je snel de conclusie kunt trekken dat marketingfiguren onbewust niet geloven in de toekomst. In de verkoop van apparaten of andere objecten met een idee van een wereld die nog moet komen. Ongetwijfeld is dit idee uitgebreid bij consumenten onderzocht en krijgt deze er geen positieve gevoelens bij. Uit angst natuurlijk, pure angst.
zondag 13 december 2015
Een speculatieve routekaart (of hoe overbluf je terrorisme?)
De controlestaat bekritiseren is een morele verplichting, maar de helft van het werk. Want wat is het alternatief? Aangezien ik over utopieën, dystopieën en toekomstscenario’s schrijf, mag wat hier volgt gelezen worden als een aanzet tot een sciencefictionscenario (al speculeert eigenlijk iedereen zodra men voorbij oorzaken kijkt, de sf-kenner kan zich alleen meer vrijheid permitteren...en is vaak gevoeliger voor totalitaire tendensen.)
INLEIDING
Maar moet je dan niets doen tegen terrorisme? Vanzelfsprekend niet. Een van de nadelen van zeer specifiek surveilleren van terreurverdachten (die vrijwel altijd bekend zijn en dat ze niet 24/7 gevolgd worden, mag pure onwil heten) is dat men ze in een rechtstaat alleen kan arresteren op het moment dat er hard bewijs bestaat voor de planning van een aanslag (meestal in een ruimte uitgesproken/geschreven in code) of wanneer men daadwerkelijk op pad gaat en de tijd om in te grijpen zeer kort is (zelfs als zou een terrorist een aanslag op Twitter aankondigen, is hij nog lastig tegen te houden.) Het alternatief is al in 1956 door Philip K. Dick beschreven in Minority Report: arrestatie voordat een misdaad wordt gepleegd, of wel schuldig zijn aan een misdaad in de toekomst. De conclusie na lezing van dat gedachte-experiment is onvermijdelijk dat veiligheidsdiensten en politie nooit alle mogelijke aanslagen gaan stoppen. Met een beetje geluk verkrijgt men informatie waardoor af en toe een netwerk of cel wordt opgerold, maar meer zit er zonder het opheffen van alle burgerlijke vrijheden gewoonweg niet in. Bovendien bewijst de gretigheid waarmee in Frankrijk met beroep op antiterreurwetgeving klimaatactivisten worden opgepakt hoe makkelijk men zulke maatregelen misbruikt. Aanslagen komen bepaalde staatselementen op deze manier wel heel goed uit.
Aan de andere kant is de politiek-mediaconstellatie zo ingericht dat bijna geen alternatief mogelijk is voor machthebbers anders dan de “we gonna get them folks” retoriek. Elke alternatieve strategie staat voor “zwakheid”. Daarom is de reactie van de Italiaanse regering zo uitzonderlijk. Alhoewel je kunt twijfelen of dit naar IS toe verder wat uitmaakt, voor het zelfbeeld, een uitstraling dat men weet wat civilisatie werkelijk inhoudt, mag het redelijk adequaat heten. Ik zie allereerst niet in hoe we uit deze situatie geraken zonder een einde te maken aan het militair-industrieel complex. Het zal altijd conflicten blijven zoeken, meer geld blijven opslokken. Deze ongebruikte scène uit Nixon legt het allemaal piekfijn uit:
Dit complex is echter zo in de Westerse maatschappij en nationale economieën verweven dat geen redelijke oplossing mogelijk lijkt. De manier waarop Julian Assange, Chelsea Manning en Edward Snowden is gereageerd—klokkenluiders die maar een klein deel van het doen en laten van het complex openbaarden—belooft weinig goeds voor degenen die enigszins serieus werk zouden maken van terugdringing, laat staan opheffing. Hoe ver is het gekomen dat alleen een natuurramp, en dan zelfs alleen een van hele serieuze omvang (type The Big One die de Amerikaanse westkust platlegt), deze grip kan doorbreken? Ondanks dit fatalisme is het mogelijk om een aantal oplossingen op de lange termijn te formuleren aan de hand van drie thema’s.
GEOPOLITIEK
Met vanzelfsprekend een centrale rol voor het Midden-Oosten, een geopolitiek wespennest dat zich in een uitzichtloze situatie bevindt. Desondanks kan ik me de volgende oplossingen voorstellen waarbij men begint met het stoppen van nutteloze bombardementen en het pompen van wapens aan “gematigde” rebellen (alleen gunstig voor de wapenindustrie het in stand houden van chaos). Vervolgens probeert men het lokale geweld in te kapselen terwijl wordt gewerkt aan een serieuze, langetermijnoplossing voor de regio. Niet zonder problemen, al was het omdat een aantal partijen over hun schaduw moet stappen. Daarbij komt nog kijken dat de regio op een niveau radicaal postmodern is, zelfs op het avant-gardistische af: er zijn geen grenzen meer. Of die grenzen weer zijn te herstellen is maar de vraag. Zeker is dat het accepteren van een stateloos gebied op de wereldkaart nog ondenkbaar is. We moeten patronen zien en anders verzinnen we die wel. Nieuwe staten dus. Men formuleert een VN-resolutie met plan tot herindeling van de regio waaronder een onafhankelijk Koerdistan wat Turkije maar heeft te slikken. Indeling naar etniciteit/religie, dus niet kolonialistisch met de liniaal rechte lijnen trekken. Wie niet mee wil doen, moet het vervolgens zelf maar uitzoeken. IS zal vervolgens door een Arabische coalitie moeten worden opgerold, het is immers een regionaal probleem (hier dient zich een volgend probleem aan want het ideaal zou zijn dat deze coalitie echt overkoepelend is, dus de vrijwel ondenkbare samenwerking van Iran en Saoedi-Arabië). Daarna is het definitief voor het Westen handen af van de regio (zie volgend thema.)
Bonuswens: herstel van Beirut als kosmopolitische stad van voor de burgeroorlog. Een krachtig symbool dat een ander leven, zonder het juk van religie, mogelijk is. Bij succes dezelfde formule voor voormalige vrije steden Kabul en Bagdad. Oh ja, en nog iets met de Palestijnen.
TECHNOLOGIE
Welke waarden kunnen we tegenover terrorisme stellen? Vrijheid is nietszeggend want wordt na elke aanslag meteen overboord gegooid. Religie heeft geen universele waarde meer. Consumentisme loopt tegen zijn grenzen aan. Democratie is ondergeschikt aan het belang van financiële instellingen. Nee, wat ons—naast DNA—bindt is technologie. Technologie is ook het enige wat een afstand kan scheppen, een onaantastbaarheid kan uitstralen. We moeten technologische werken ambiëren die imposant zijn en tegelijkertijd impliceren dat civilisatie creativiteit is en de grenzen opzoekt van wat het tot nu toe betekent om mens te zijn. Dit houdt een radicale innovatiegolf in want IS is op het moment vrij up-to-date wat betreft de huidige mediataal en computerkennis. Dat spel weten ze perfect mee te spelen. Jon Hassells profetische oorlog tussen 21ste en 15de eeuw is mogelijk geworden dankzij een technologisch connectie tussen beide partijen. Die connectie moet worden doorgesneden. Het verschil moet groter worden, imposant groter, niet als wapenwedloop maar in positieve verschillen. Of anders gezien: een negeren van de tegenstander door de aandacht te verleggen naar een ander niveau. En vandaar uit werken naar een technologische sprong voorwaarts (accelerando). In de huidige politiek denkt men graag klein, ook over technologie waarbij het summum van innovatie door Über wordt gevormd, een neoliberale koevoet verkleedt als app. Een sprong voorwaarts vergt een serieuze gecoördineerde inspanning (hieronder leg ik uit waarom dit lastig kan worden.) Een nieuwe energie-economie speelt hierin een centrale rol. Duurzame energie is vanzelfsprekend belangrijk om klimaatverandering tegen te gaan, gezonder voor de meeste organismes, onuitputtelijk voor de komende tig miljard jaar, maar het meest vulgaire pluspunt is dat het Midden-Oosten er politiek mee buitenspel wordt gezet. Want ook de crisis van Syrië is voor een groot gedeelte weer veroorzaakt door gekonkel over pijplijnen richting de E.U. waarmee bepaalde landen kunnen worden benadeeld.
Ooit het gevoel gehad na een aanslag “kon ik maar naar een andere planeet verhuizen?” Dat zal voorlopig niet op massale schaal gebeuren. Maar een uitweg naar andere planeten en manen in het zonnestelsel—geen onrealistisch idee meer—zal zelfs in het geval van een handvol mensen (en veel meer machines) ideologisch al van onschatbare waarde zijn. Het laat zien dat er andere zaken voorbij de Aarde van tastbaar belang kunnen zijn. In zekere zin het definitief achterlaten van woestijnreligies voor iets veel groters, het kosmische. Waar het op neerkomt, is het visioen van de oude Zarathustra:
Tot dusver schiepen alle wezen iets boven zich uit: en jullie willen de eb van deze grote vloed zijn en liever nog tot het dier terugkeren dan de mens te overwinnen? Wat is de aap voor de mens? Een hoongelach of een pijnlijke schaamte En precies dat moet de mens voor de Übermensch zijn: een hoongelach of een pijnlijk schaamte.Ah, de Übermensch, altijd een mysterieuze figuur, over wiens exacte gedaante en betekenis men nog lang kan speculeren (op zijn meest ambitieus de mens die het biologische achter zich laat, op zijn vulgairst een randiaanse torenbouwer die zijn zin niet krijgt.) Maar steeds meer lijkt het erop dat deze eeuw de mensheid of een sprong vooruit waagt en zichzelf herdefinieert, of terugvalt in chaos om langzaam uit te doven als een slecht uitgevoerd experiment.
HET SOCIALE
Eigenlijk vormt dit de vraag waarop een antwoord het meest in nevelen is gehuld: hoe samen te leven? Wat is een maatschappij in de 21ste eeuw nog? De natiestaat hangt aan zijden draad en is zijn legitimatie bijna kwijt, zelfs de begrenzing door overlapping met een taalgebied wordt poreus.
Terrorisme raakt zijn doelwit kwijt met de neergang van de natiestaat. De geschiedenis van terrorisme is onlosmakelijk verbonden met de opkomst van de natiestaat. Los van de tragiek van de slachtoffers is dit onuitstaanbaar aan terrorisme: het blaast de langzaam stervende entiteit steeds weer nieuwe leven in. Terrorisme is een spel dat men te makkelijk kan winnen. Vrijwel alle belangrijke terroristische bewegingen—Baader-Meinhof, Tamil Tijgers, I.R.A. Al Qaida, E.T.A. de neofascistische groeperingen rond Gladio—hebben in hun tijd dit spel gewonnen. Dat veel van hun leden in dit proces zijn gedood, doet er niet toe want dat is ingecalculeerd. Zoals hun manifeste doelen nooit haalbaar waren. Maar de latente doelen, het provoceren van de staat om zijn ondemocratische gezicht te laten zien (doodseskaders, militairen op straat, mysterieuze “zelfmoorden” in de gevangenis, martelingen, illegale invasies) zijn altijd bereikt. Dit is geen nieuw inzicht, overheden weten het zelf natuurlijk allang, terrorisme reikt hen de mogelijkheden voor verandering aan. Vandaar dat wanneer met een zuur gezicht vergaande surveillancewetgeving wordt weggestemd, dit nooit een definitief besluit is, maar het maatregelenpakket zorgvuldig wordt bewaard totdat wel het juiste moment aanbreekt. De staat heeft vrijwel overal de pretentie van een welvaartsstaat laten varen en biedt als controle-belastingmachine geen concrete positieve functie meer. De spiegel van terreur moet gebroken worden.
Maar zoals hierboven aangegeven zijn collectieven nodig om op realistische wijze een technologische sprong te wagen. Die grote sprongen (ruimtevaart, Internet) werden voorheen door de overheid gefaciliteerd. Er bestaan inderdaad supranationale instellingen (CERN, ESA) en multinationals (vaak lastig te vertrouwen, zelfs de meest positief ingestelde zoals opgebouwd door Elon Musk) die deze rol ten dele hebben overgenomen. Maar zijn die krachtig genoeg? Een belangrijke vraag is of consumptie het sociale nog lang kan voortdrijven. En zo niet, moet een essentiële vervolgvraag worden gesteld: welke gemeenschappen kunnen ontstaan, die zich beter en op positieve wijze aanpassen aan de vloeibare realiteit van de diepe 21ste eeuw? Filosoof Fredric Jameson gaat blijkbaar volgend jaar een provocatieve stelling lanceren met An American Utopia waarin zoiets als een globale militarisering tot communisme moet leiden. Een onmogelijk scenario van een sf-kenner die ongetwijfeld inspiratie heeft gezocht in de werken van Robert Heinlein en vooral een brutaal denkexperiment. De oude marxist kan echter alleen in universele oplossingen denken. De realiteit is allang te fragmentarisch voor zulke overkoepelende oplossingen. De fragmenten moeten inderdaad nog fragmentarischer worden om dan in tijdelijke samenwerkingen bij een te komen en vervolgens weer hun eigen weg te gaan. Deze samenwerkingen vinden, vormt een van de belangrijkste taken voor de rest van de eeuw. “Laat honderd bloemen bloeien, laat honderd scholen wedijveren.”
Naschrift (edit): Scott Atran - 'ISIS is a revolution' is een lang essay met veel interessante onsentimentele invalshoeken over bovenstaande problematiek.
donderdag 10 december 2015
"Wow, I'm never going to be bored again."
De realistische fictie van morgen (als metafoor natuurlijk allang op het heden toepasbaar.) De waarschuwende boodschap van realiteiten-in-realiteiten-in-realiteiten is al zo oud als Fassbinders magnifieke Welt Am Draht (1973), maar nog steeds een om in het achterhoofd te houden. Al zal men waarschijnlijk bepaalde denktechnieken ontwikkelen waarmee een draad wordt gesponnnen door realiteiten heen om zo, zonder paniek, de weg terug te vinden.
zondag 6 december 2015
Favoriete Albums 2015 (met traditionele mix)
2015 na Chr. Zoals iedereen die een beetje deze site heeft gevolgd weet, was een groot deel van dit jaar gekoloniseerd door Aphex Twin en zijn rijkgevulde archief. De eerste zes maanden heb ik bijna naar niets anders geluisterd. Het vormt zonder twijfel de belangrijkste muzikale bijdrage van 2015, waarvan de consequenties nog niet helemaal duidelijk zijn, al hoop ik natuurlijk op een nieuwe golf door hem geïnspireerde electronica. Later in de zomer hoorde ik in Jaffna (Sri Lanka) muziek in zijn meest pure vorm, een ervaring van onschatbare waarde. Op filmgebied was er veel moois te zien en te horen met een aantal innovatieve soundtracks, waaronder de film die met je ogen dicht bijna net zo krachtig is: Knight of Cups. Ondanks de late start van ondergetekende was het moeilijker dan voorgaande jaren om tien albums te vinden. Dit keer omdat er meer dan genoeg keuze was! Daarbij torende een plaat ver boven de rest uit, die noem ik als eerste, de rest kent zoals gebruikelijk geen volgorde.
Joanna Newsom – Divers
Toen ik haar zag en hoorde (als geweldige verteller) in Inherent Vice besefte ik opeens dat Joanna Newsom een beetje uit het gehoor was geraakt. Zo was haar laatste driedubbelalbum Have One On Me (2010) compleet langs me heen gegaan. Vreemd hoe dat kan gebeuren in tijden van totale informatie. De juichende kritieken van Divers waren dit keer echter lastig aan te ontsnappen. Terecht, maar een van de dingen die ik moeilijk vind wanneer je probeert over haar muziek te schrijven, is om niet te grijpen naar kant-en-klare superlatieven. Nadat ik haar zag optreden in Utrecht is in ieder geval duidelijk dat er op het moment geen artiest is zoals zij, die virtuositeit koppelt aan fantasie en emotionele diepte (‘Waltz of the 101st Lightborne’ is verreweg het droevigste liefdesliedje dat ik in jaren heb gehoord.) Ze heeft, zoals men wel eens zegt, een oude ziel waardoor je soms vermoedt dat ze toegang heeft tot lang vervlogen herinneringen. Divers laat horen dat Newsom precies doet waar ze zin in heeft. Ze heeft geen haast waardoor opener ‘Anecdotes’ een bizar mooie opbouw kent en haar “we sing to the garden/we sing to the stars” woorden perfect uitkomen. ‘Sapokanikan’ had zoiets als een hit kunnen worden als ze het nummer in de couplet-refrein mal had geduwd, maar niet getreurd zo is het een nieuw volkslied voor dichters, kunstenaars en filosofen. Wat ik tijdens het concert hoorde was een visioen van een Ander Amerika: introvert, literair en magisch. Dat stemde mij, tegen beter weten in, hoopvol.
Cio D’Or – All in All
Techno zoals techno hoort te klinken. Dat wil zeggen avontuurlijk, mysterieus en elegant. Op haar tweede album werkt Cio Dorbrandt verder aan haar subtiele model voor dansmuziek. ‘Tomorrow was Yesterday’ heeft een exemplarische opbouw, met een zenuwachtig ritme en herhalend motief van strijkinstrumenten dat zichzelf plotseling bevrijdt en opbloeit. Op ouderwetse LP-lengte weet Cio de Blade Runner blues uit haar machines te destilleren. Ooit verwachtte men dat we in 2015 naar deze muziek zouden luisteren. “Future confirmed”, zoals mijn dochter zou stellen.
Tove Styrke – Kiddo
Net als haar oudere buur Annie, zou Tove Styrke veel populairder moeten zijn dan ze in werkelijkheid is. Kiddo is niet-cynische pop en blijkbaar vertrouwt de massa buiten Zweden dat niet (geen idee waarom, misschien zijn de algoritmes haar niet gunstig gezind.) Ik hoor alleen maar uitmuntende popmuziek, inventief en melodieus. Kiddo staat vol hits die geen hit waren, inclusief de prijsnummers van de Borderline E.P. Met haar videogamegeluiden, 303 en reggaebassen klinkt Styrke soms als een The Knife jr. Beste blijft nog steeds ‘Even If I’m Loud It Doesn’t Mean I’m Talking to You’ met die exemplarische herhaling en afwezigheid van refrein.
Geoff Barrow & Ben Salisbury - ex_machina
Ik heb zo vaak geklaagd over fantasieloze neoklassieke soundtracks dus dit voelde als een bevrijding. Alex Garlands ex_machina is een intrigerende film over een onderwerp dat er werkelijk toe doet en de hypnotische muziek helpt je om compleet in het verhaal te worden gezogen. Na afloop was ik toch verrast dat Geoff Barrow (ondanks zijn filmische producties voor Portishead) hier samen met, de voor mij onbekende, Ben Salisbury verantwoordelijk voor was. Geen beat te bekennen in deze geluidswereld vol gruis en pulsen. Laten we hopen dat hiermee eindelijk een nieuwe standaard is gezet voor (sciencefiction)films.
Joris Voorn - Fabric 83
Ik heb hier al eerder over geschreven. Een van de weinige DJ’s waarvan ik nog een mix op cd aanschaf in tijden van podcasts en Mixcloud. De perfecte muziek tijdens nachtelijke autoritten.
Vilod – Safe in Harbour
Daar is hij weer! Goeie ouwe Ricardo Villalobos dit keer met zijn kompaan Max Loderbauer waarmee hij sinds het magistrale Re: ECM een aantal remixes maakte die blijkbaar zo goed bevielen dat ze een album met eigen materiaal produceerden. De hogeschooltechno op Safe in Harbour is alles behalve veilig. Dit is zeer verraderlijke muziek die als je ook maar even niet oplet zo langs je heen gaat. Het klinkt allemaal heel organisch, vol typische Villalobos bubbeltjes en tikjes, maar het is volkomen onduidelijk hoe de heren het in elkaar hebben gezet. Als het een mix van samples en eigen input is, mag het virtuoos heten. Het album heeft een geweldige opbouw en begint heel zorgeloos waarna je langzaam een labyrint in wordt getrokken met het knettergekke ‘Beefdes’ als psychedelisch middelpunt. Een plaat die veel te weinig liefde heeft gekregen (te vreemd voor technoheads? Te machinaal voor jazzliefhebbers?)
Killah Priest – Planet of the Gods
Heavy Mental (1998), een van de beste hiphopalbums ooit, kom ik nog een keer op terug. Maar Killah Priest is sindsdien van mijn radar verdwenen. Geweldig om er achter te komen dat hij in 2015 nog steeds actief is. Planet of the Gods is weer puur afrofuturisme, een vreemd mengsel van quantummechanica, alternatieve lezingen van het Oud Testament, bijeengeraapte gnosis, chemtrailsparanoia en samples van Carl Sagan (‘The Vast Bottomless Sleep’). Er staan een paar harde bangers op (‘Earth to Walter Reed, Come In Please’) en er is druk inspiratie gezocht in Indiase muziek, wat nog subtiel gebracht wordt ook. Unieke rapper.
The Orb – Moonbuilding 2703 A.D.
Raar oeuvre heeft The Orb toch. Eigenlijk zijn de eerste twee albums het product van een groep en alles daarna van een heel andere The Orb. Die eerste twee albums zijn zo goed dat ze als de spreekwoordelijke molensteen werken. Bij elk album denk ik “hun beste sinds U.F.Orb”. Wat misschien oneerlijk is. Al die albums kennen wel een geweldig nummer (type ‘Montagne d'Or’ of ‘Toxygene’ ) en Okie Dokie It’s The Orb on Kompakt (2005) is gewoon een vrij compleet album. Maar Moonbuilding 2703 A.D. is nog beter en dus echt hun beste sinds Pomme Fritz (1994) waar ik door de jaren heen een groot liefhebber van ben geworden (sterke solar punk vibes trouwens). Waarom is dat? Vier lange tracks waar oppervlakkig gehoord weinig in gebeurt, maar in realiteit schuift het allemaal subtiel, geholpen door lome housebeats alsof het weer 1990 is en je met Primal Scream lachend op de dansvloer staat. Het is de focus, dat waar coffeeshopbewoner Alex Patterson nog wel eens gebrek aan leek te hebben, die dit alles in goede banen leidt en waardoor precies het juiste gevoel van onpretentieuze pienterheid wordt opgeroepen.
Wolfgang Voigt – Rückverzauberung 10 | National Park
Dit lange, golvende stuk is de logische conclusie van Voigts GAS/Rückverzauberung projecten. Ambient in zijn meest pure vorm, helemaal als je bedenkt dat de muziek was gemaakt voor een geluidsinstallatie in een bos. Zijn meer op de dansvloer gerichte album van dit jaar, Protest |Versammlung 1, is ook zeer de moeite waard.
Regis – Manbait
Regis heeft twee gezichten. Aan de ene kant staat hij bekend om zijn snoeiharde techno en al is het, net als Surgeon, altijd goed gemaakt, werd dat subgenre in de begin jaren negentig door Jeff Mills tot zijn logische conclusie gebracht. Interessanter is Regis wanneer hij zijn fascinatie met industrial uitwerkt. Op Manbait compileert hij op handige wijze zijn laatste experimenten en remixes in deze “stoere mannen, macho” stijl en dat levert een zeer coherent en sterk album op. Manbait klinkt als een onuitgewerkte zijtak van house die levensvatbaar was toen men in Detroit en Chicago Nitzer Ebb mixte met ‘Acid Thunder’. Spannende, donkere dansmuziek. Je voelt de kale betonnen ruimtes, enkel verlicht door stroboscopen, de spieren en kaken gespannen, compleet in beslag genomen door de machinale erotiek.
Laten we niet vergeten:
Varg - Ursviken
Leviathan – Scar Sighted
The Black Dog – Neither/Neither
Model 500 – Digital Solutions
ASC – Imagine the Future
Panda Bear – Panda Bear Meets the Grim Reaper
Joey Anderson - Invisible Switch
Joanna Newsom – Divers
Toen ik haar zag en hoorde (als geweldige verteller) in Inherent Vice besefte ik opeens dat Joanna Newsom een beetje uit het gehoor was geraakt. Zo was haar laatste driedubbelalbum Have One On Me (2010) compleet langs me heen gegaan. Vreemd hoe dat kan gebeuren in tijden van totale informatie. De juichende kritieken van Divers waren dit keer echter lastig aan te ontsnappen. Terecht, maar een van de dingen die ik moeilijk vind wanneer je probeert over haar muziek te schrijven, is om niet te grijpen naar kant-en-klare superlatieven. Nadat ik haar zag optreden in Utrecht is in ieder geval duidelijk dat er op het moment geen artiest is zoals zij, die virtuositeit koppelt aan fantasie en emotionele diepte (‘Waltz of the 101st Lightborne’ is verreweg het droevigste liefdesliedje dat ik in jaren heb gehoord.) Ze heeft, zoals men wel eens zegt, een oude ziel waardoor je soms vermoedt dat ze toegang heeft tot lang vervlogen herinneringen. Divers laat horen dat Newsom precies doet waar ze zin in heeft. Ze heeft geen haast waardoor opener ‘Anecdotes’ een bizar mooie opbouw kent en haar “we sing to the garden/we sing to the stars” woorden perfect uitkomen. ‘Sapokanikan’ had zoiets als een hit kunnen worden als ze het nummer in de couplet-refrein mal had geduwd, maar niet getreurd zo is het een nieuw volkslied voor dichters, kunstenaars en filosofen. Wat ik tijdens het concert hoorde was een visioen van een Ander Amerika: introvert, literair en magisch. Dat stemde mij, tegen beter weten in, hoopvol.
Cio D’Or – All in All
Techno zoals techno hoort te klinken. Dat wil zeggen avontuurlijk, mysterieus en elegant. Op haar tweede album werkt Cio Dorbrandt verder aan haar subtiele model voor dansmuziek. ‘Tomorrow was Yesterday’ heeft een exemplarische opbouw, met een zenuwachtig ritme en herhalend motief van strijkinstrumenten dat zichzelf plotseling bevrijdt en opbloeit. Op ouderwetse LP-lengte weet Cio de Blade Runner blues uit haar machines te destilleren. Ooit verwachtte men dat we in 2015 naar deze muziek zouden luisteren. “Future confirmed”, zoals mijn dochter zou stellen.
Tove Styrke – Kiddo
Net als haar oudere buur Annie, zou Tove Styrke veel populairder moeten zijn dan ze in werkelijkheid is. Kiddo is niet-cynische pop en blijkbaar vertrouwt de massa buiten Zweden dat niet (geen idee waarom, misschien zijn de algoritmes haar niet gunstig gezind.) Ik hoor alleen maar uitmuntende popmuziek, inventief en melodieus. Kiddo staat vol hits die geen hit waren, inclusief de prijsnummers van de Borderline E.P. Met haar videogamegeluiden, 303 en reggaebassen klinkt Styrke soms als een The Knife jr. Beste blijft nog steeds ‘Even If I’m Loud It Doesn’t Mean I’m Talking to You’ met die exemplarische herhaling en afwezigheid van refrein.
Geoff Barrow & Ben Salisbury - ex_machina
Ik heb zo vaak geklaagd over fantasieloze neoklassieke soundtracks dus dit voelde als een bevrijding. Alex Garlands ex_machina is een intrigerende film over een onderwerp dat er werkelijk toe doet en de hypnotische muziek helpt je om compleet in het verhaal te worden gezogen. Na afloop was ik toch verrast dat Geoff Barrow (ondanks zijn filmische producties voor Portishead) hier samen met, de voor mij onbekende, Ben Salisbury verantwoordelijk voor was. Geen beat te bekennen in deze geluidswereld vol gruis en pulsen. Laten we hopen dat hiermee eindelijk een nieuwe standaard is gezet voor (sciencefiction)films.
Joris Voorn - Fabric 83
Ik heb hier al eerder over geschreven. Een van de weinige DJ’s waarvan ik nog een mix op cd aanschaf in tijden van podcasts en Mixcloud. De perfecte muziek tijdens nachtelijke autoritten.
Vilod – Safe in Harbour
Daar is hij weer! Goeie ouwe Ricardo Villalobos dit keer met zijn kompaan Max Loderbauer waarmee hij sinds het magistrale Re: ECM een aantal remixes maakte die blijkbaar zo goed bevielen dat ze een album met eigen materiaal produceerden. De hogeschooltechno op Safe in Harbour is alles behalve veilig. Dit is zeer verraderlijke muziek die als je ook maar even niet oplet zo langs je heen gaat. Het klinkt allemaal heel organisch, vol typische Villalobos bubbeltjes en tikjes, maar het is volkomen onduidelijk hoe de heren het in elkaar hebben gezet. Als het een mix van samples en eigen input is, mag het virtuoos heten. Het album heeft een geweldige opbouw en begint heel zorgeloos waarna je langzaam een labyrint in wordt getrokken met het knettergekke ‘Beefdes’ als psychedelisch middelpunt. Een plaat die veel te weinig liefde heeft gekregen (te vreemd voor technoheads? Te machinaal voor jazzliefhebbers?)
Killah Priest – Planet of the Gods
Heavy Mental (1998), een van de beste hiphopalbums ooit, kom ik nog een keer op terug. Maar Killah Priest is sindsdien van mijn radar verdwenen. Geweldig om er achter te komen dat hij in 2015 nog steeds actief is. Planet of the Gods is weer puur afrofuturisme, een vreemd mengsel van quantummechanica, alternatieve lezingen van het Oud Testament, bijeengeraapte gnosis, chemtrailsparanoia en samples van Carl Sagan (‘The Vast Bottomless Sleep’). Er staan een paar harde bangers op (‘Earth to Walter Reed, Come In Please’) en er is druk inspiratie gezocht in Indiase muziek, wat nog subtiel gebracht wordt ook. Unieke rapper.
The Orb – Moonbuilding 2703 A.D.
Raar oeuvre heeft The Orb toch. Eigenlijk zijn de eerste twee albums het product van een groep en alles daarna van een heel andere The Orb. Die eerste twee albums zijn zo goed dat ze als de spreekwoordelijke molensteen werken. Bij elk album denk ik “hun beste sinds U.F.Orb”. Wat misschien oneerlijk is. Al die albums kennen wel een geweldig nummer (type ‘Montagne d'Or’ of ‘Toxygene’ ) en Okie Dokie It’s The Orb on Kompakt (2005) is gewoon een vrij compleet album. Maar Moonbuilding 2703 A.D. is nog beter en dus echt hun beste sinds Pomme Fritz (1994) waar ik door de jaren heen een groot liefhebber van ben geworden (sterke solar punk vibes trouwens). Waarom is dat? Vier lange tracks waar oppervlakkig gehoord weinig in gebeurt, maar in realiteit schuift het allemaal subtiel, geholpen door lome housebeats alsof het weer 1990 is en je met Primal Scream lachend op de dansvloer staat. Het is de focus, dat waar coffeeshopbewoner Alex Patterson nog wel eens gebrek aan leek te hebben, die dit alles in goede banen leidt en waardoor precies het juiste gevoel van onpretentieuze pienterheid wordt opgeroepen.
Wolfgang Voigt – Rückverzauberung 10 | National Park
Dit lange, golvende stuk is de logische conclusie van Voigts GAS/Rückverzauberung projecten. Ambient in zijn meest pure vorm, helemaal als je bedenkt dat de muziek was gemaakt voor een geluidsinstallatie in een bos. Zijn meer op de dansvloer gerichte album van dit jaar, Protest |Versammlung 1, is ook zeer de moeite waard.
Regis – Manbait
Regis heeft twee gezichten. Aan de ene kant staat hij bekend om zijn snoeiharde techno en al is het, net als Surgeon, altijd goed gemaakt, werd dat subgenre in de begin jaren negentig door Jeff Mills tot zijn logische conclusie gebracht. Interessanter is Regis wanneer hij zijn fascinatie met industrial uitwerkt. Op Manbait compileert hij op handige wijze zijn laatste experimenten en remixes in deze “stoere mannen, macho” stijl en dat levert een zeer coherent en sterk album op. Manbait klinkt als een onuitgewerkte zijtak van house die levensvatbaar was toen men in Detroit en Chicago Nitzer Ebb mixte met ‘Acid Thunder’. Spannende, donkere dansmuziek. Je voelt de kale betonnen ruimtes, enkel verlicht door stroboscopen, de spieren en kaken gespannen, compleet in beslag genomen door de machinale erotiek.
Laten we niet vergeten:
Varg - Ursviken
Leviathan – Scar Sighted
The Black Dog – Neither/Neither
Model 500 – Digital Solutions
ASC – Imagine the Future
Panda Bear – Panda Bear Meets the Grim Reaper
Joey Anderson - Invisible Switch
vrijdag 4 december 2015
Jungle Faust
De climax van Faust II vindt plaats wanneer Faust gelukzalig stelt: "Zum Augenblicke dürft’ ich sagen: Verweile doch, du bist so schön!", Mephistopheles triomfantelijk verschijnt en Faust dood neervalt. Deze mix van Bailey vangt eenzelfde soort moment voor jungle. In 1996 valt alles op zijn plaats: innovatie, fantasie, collectiviteit. Alsof je een berg hebt beklommen en voldaan neerkijkt op de wereld, de eerste teleurstellende gedachten over de afdaling kondigen zich wellicht al aan.
Ik zie overigens dat die History sessions in Londen met voormalige helden Randall, Grooverider en Goldie zeer populair zijn. Zelf heb ik geen interesse om dat op deze manier te herleven, maar als opvoedkundig project heeft het zeker zijn nut. En laten we wel wezen, de muziek klinkt alsof het gisteren is geperst (dat effect kom ik binnenkort op terug.)
Ik zie overigens dat die History sessions in Londen met voormalige helden Randall, Grooverider en Goldie zeer populair zijn. Zelf heb ik geen interesse om dat op deze manier te herleven, maar als opvoedkundig project heeft het zeker zijn nut. En laten we wel wezen, de muziek klinkt alsof het gisteren is geperst (dat effect kom ik binnenkort op terug.)