woensdag 8 mei 2013

De hoofdstad van retromania?

Laatst stond ik te wachten bij de halte Spiegelgracht (voor niet-Amsterdammers net voor het Rijksmuseum) en terwijl ik ongeduldig richting Leidseplein tuurde of die lijn 10 eindelijk zou verschijnen, vroeg ik me opeens af: hoeveel is er sinds mijn kindertijd aan dit beeld veranderd? Nu kan ik niet met fotografische precisie dat beeld reproduceren (ik herinner vooral bomen en dat de stad daar voor mij eindigde) maar met een beetje puzzelen kom je eind. Bijvoorbeeld die ingang tot het Max Euweplein naast Paradiso bestond niet. Er zullen ongetwijfeld veel verkeersborden bij zijn gekomen. De tram is niet meer geel. Wat uithangborden zullen zijn veranderd. De bomen zijn gegroeid. Wat meer verkeer. En achter mijn rug staat het legendarisch lelijke bedrijfspand (oorspronkelijk van Finnair?) dat ergens in de jaren zeventig lekker tegenover het Rijksmuseum is gebouwd.

Waar ik natuurlijk heen wil is dat er in bijna veertig jaar fundamenteel weinig is veranderd. Daar zijn wellicht specifieke Amsterdamse redenen voor aan te dragen: sinds de Nieuwmarkt-rellen van 1975 is de modernisering-met-de-botte-M.E.-knuppel afgeslagen en is het centrum van Amsterdam langzaamaan gemuseumificeerd. Wat niet heel erg is gezien architectonische alternatieven die in de periode 1970-1990 zijn uitgeprobeerd. Dit conserveren vormt een soort ambient-retromania en de vraag hoe lang zulke straatbeelden behouden kunnen worden houdt me al langer bezig. Ergens is het onvoorstelbaar dat er ooit robots langs de grachten zullen bewegen. Je kunt je zelfs voorstellen dat steden als Amsterdam hun historische kernen gaan afsluiten voor te radicale technologische breuken (de heilige auto tot het bittere eind uitgezonderd), bijvoorbeeld holografische reclame, die de betovering van het verleden doorbreken. Misschien zouden dit soort retroreservaten veel meer gestimuleerd moeten worden, zodat de toekomst buiten de grenzen zorgeloos kan opbloeien*.

* Vanaf het terras in de Centrale Openbare Bibliotheek zijn duidelijk tekenen aan te wijzen van een futuristische periferie in wording die achter het centrum opdoemt (Arena, Zuid-As, Rembrandt en Mondriaan torens).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten