Prince is niet meer. Wat valt daar nog over te zeggen na de instant explosie van aandachttrekkerij en duiding met de nadruk op termen als magie en genie? Zelf was ik nooit zoiets als een fan (zijn religiositeit vormde uiteindelijk een onoverkomelijke barrière.) Maar ik was ooit dol op pure pop—de verrassing op de radio, melodieën en nog niet eerder gehoorde geluiden, de presentatie van vreemde persoonlijkheden met bijhorende geruchten—en heb bewust dat moment meegemaakt dat
Purple Rain werd gelanceerd en hij opeens overal aanwezig was. Wat volkomen terecht was want die reeks singles van het album is buitengewoon. Maar het album waar ik zelf de sterkste band mee heb is
Around the World in a Day (1985). In die tijd woog je de aankopen, een vriend had
Purple Rain voor me getaped en de opvolger lag een jaar later al klaar. Waarschijnlijk was het een van de eerste tien L.P.’s die ik kocht. Een prachtige uitklaphoes, met zorg uitgedachte illustraties waarin elk nummer een symbool kreeg toebedeeld. In de binnenkant de teksten met elke titel voorzien van een ander lettertype. En omdat het een van de eerste albums was, luisterde je daar zeer intensief naar. Als ik er nu aan terugdenk is het een melancholische plaat, ook een soort voorbeschouwing op het volwassen leven met zijn kenmerkende extases en teleurstellingen.
Prince was onmiskenbaar onderdeel van de jaren tachtig, op de meest verfrissend eigenzinnige manier. Hij had zijn voorbeelden—James Brown, George Clinton en vooral Jimi Hendrix—maar was er geen slaaf van, de sterke artiest die geschiedenis naar zijn wil ombuigt. Geen futurist maar een artiest die zijn eigen tijd vormt. Dit zou uiteindelijk leiden tot
Sign “☮” The Times (1987), een instant Grote Plaat met alles wat dat inhoudt: grote thema’s, bijhorende titel, de inzet van allerlei muziekstijlen maar ook de piek waarna een langzame afdaling begint. Om heel veel redenen raakte Prince daarna de weg kwijt (slechte filmprojecten, ruzies met platenmaatschappijen, het terugtrekken van
The Black Album, een naamgevingscrisis, de vloek van overproductie en later een onwinbaar gevecht met internet.) Ik ben dol op alternatieve geschiedenissen (type: wat als Hendrix of Coltrane muziek waren blijven maken?) en zo mijmerend over zijn betekenis vroeg ik me af hoe een daadkrachtige Prince in de jaren negentig had geklonken? En dat had een technologische sprong moeten betekenen die hij niet wist te maken. Eigenlijk hetzelfde wat Kate Bush overkwam (met wie hij op
Red Shoes (1994) samenwerkte), net als hij niet in staat om de Fairlight achter zich te laten.*
Maakte ook eigenlijk niet meer uit, zijn jaren tachtig-werk had hem al tot een mythe gemaakt. Het verbaasde me ook altijd wanneer hij opeens opdook om concerten te geven, een geest uit een andere tijd. Het zorgde voor dubbele distantie tot zijn muziek, want Prince werd in zijn hoogtijdagen van alle kanten geïnterpreteerd en bewierookt, een soort kritische roofbouw (als een van de weinige popartiesten was hij uitgesproken
positief over popjournalisten.) Bijna altijd tekstueel gericht vanwege zijn excentrieke synthese van spiritualiteit (keihard Jehova’s Getuigen fundamentalisme) en lichamelijkheid. Maar het geluid van Prince komt er meestal bekaaid van af, dat mysterieuze gitaargeluid—zo achteloos opgeroepen—dat mij altijd doet denken aan een stad die ontwaakt, de gortdroge maar parmantige ritmes, de synthetische Prince…de studiomuzikant, wat weten we daar eigenlijk van?
* De Fairlight werd zo subtiel ingezet op
Sign “☮” the Times en is ‘Batdance’ niet de laatste Fairlight-hit ooit? Nu ik de onuitgegeven extended mix van ‘Batdance’ beluister klinkt het nog steeds als een bizarre collage. Maar je voelt ook hoe dichtbij Prince was om in techno mee te gaan (waarvan hij zeker op de hoogte was aangezien hij naar de radioshow van
The Electrifying Mojo luisterde.) Er zit een orgelsolo in waarvan ik bijna vermoed dat deze Robin Albers op het idee heeft gebracht voor ‘Plastic Dreams’. Het is uiteindelijk een kwestie van ritme, Prince kon/wilde niet de overstap maken naar de 909-bassdrum. Een muzikant als Prince in dienst van rave, wat een droom.