vrijdag 29 april 2016

De schoonheid van Mars


Ik ben er eigenlijk altijd van overtuigd geweest dat de mens een sprong naar Mars moet wagen. Maar na het het zien van deze reeks foto's genomen door NASA begin ik toch serieus te twijfelen. Niet omdat het te duur is, of te gevaarlijk (moderne oorlogen zijn pas duur en het gevaar lijkt me evident) maar omdat de mens het uiteindelijk altijd kapot zal maken en niet zal rusten tot de eerste Big Mac op de planeet verkocht kan worden. Om nog er maar nog een keer naar te verwijzen: het dillema is uitgebreid beschreven in Kim Stanley Robinsons Mars-trilogie, waarbij de naturalistische positie door de geologe Ann Clayborne wordt ingenomen:
But it's so easy to backslide into old patterns of behavior. Break one hierarchy and another springs up to take its place. We will have to be on guard for that, because there will always be people trying to make another Earth.

donderdag 28 april 2016

Prince en Detroit/Chicago

Ultimately, however, it is the image of the artist, alone at night in his own studio, with the machines warmly glowing, the record button permanently on with nothing but themselves and their imagination, having the freedom and technology to be creative, that the Detroit techno ethos takes musically from Prince.
Technoproducer Kirk Degiorgio schreef een mooi artikel voor The Wire over de invloed van Prince op Detroit techno, met misschien als grootste verrassing het feit dat de 14-jarige Hawtin fan was. Het is een fascinerend onderwerp waar men nog veel dieper op in zou moeten gaan. Zaterdag was ik in de Progress Bar waar tussen alle krakende en piepende electronica opeens 'When Doves Cry' verscheen, wat ik nooit op zulk volume had gehoord en nog steeds buitengewoon vreemd klinkt (vreemder dan alles wat er aan avant-gardistische electronica omheen werd gedraaid.) Eerder werd ik gewezen op de manier waarop Felix Da Housecat 'Erotic City' in een mix verwerkte, wat op zich niet hoeft te verbazen, dit was immers de vrijheid die electroclash zich toe-eigende, om dansmuziek meer te openen voor andere invloeden ('Dirty Mind' en 'America' hoor ik nu ook als mogelijk mixbaar.) Wat me weer doet denken aan die andere Chicago-producer die in de laatste jaren in de vergetelheid dreigt te raken, Green Velvet. Drie geleden bracht hij een single uit waarvan de naam mij altijd is bijgebleven maar die ik nooit had beluisterd, 'Bigger than Prince', meer Green Velvet dan Prince uiteindelijk, al is er een moment dat je via The Black Album-minimalisme, een soort aanzet hoort tot een rave Prince (wellicht dat het archief van Prince voor verrassingen kan zorgen, al vermoed ik dat we daar uiteindelijk weinig van gaan horen.)

vrijdag 22 april 2016

Prince: verschijning (1958 - 2016)


Prince is niet meer. Wat valt daar nog over te zeggen na de instant explosie van aandachttrekkerij en duiding met de nadruk op termen als magie en genie? Zelf was ik nooit zoiets als een fan (zijn religiositeit vormde uiteindelijk een onoverkomelijke barrière.) Maar ik was ooit dol op pure pop—de verrassing op de radio, melodieën en nog niet eerder gehoorde geluiden, de presentatie van vreemde persoonlijkheden met bijhorende geruchten—en heb bewust dat moment meegemaakt dat Purple Rain werd gelanceerd en hij opeens overal aanwezig was. Wat volkomen terecht was want die reeks singles van het album is buitengewoon. Maar het album waar ik zelf de sterkste band mee heb is Around the World in a Day (1985). In die tijd woog je de aankopen, een vriend had Purple Rain voor me getaped en de opvolger lag een jaar later al klaar. Waarschijnlijk was het een van de eerste tien L.P.’s die ik kocht. Een prachtige uitklaphoes, met zorg uitgedachte illustraties waarin elk nummer een symbool kreeg toebedeeld. In de binnenkant de teksten met elke titel voorzien van een ander lettertype. En omdat het een van de eerste albums was, luisterde je daar zeer intensief naar. Als ik er nu aan terugdenk is het een melancholische plaat, ook een soort voorbeschouwing op het volwassen leven met zijn kenmerkende extases en teleurstellingen.

Prince was onmiskenbaar onderdeel van de jaren tachtig, op de meest verfrissend eigenzinnige manier. Hij had zijn voorbeelden—James Brown, George Clinton en vooral Jimi Hendrix—maar was er geen slaaf van, de sterke artiest die geschiedenis naar zijn wil ombuigt. Geen futurist maar een artiest die zijn eigen tijd vormt. Dit zou uiteindelijk leiden tot Sign “☮” The Times (1987), een instant Grote Plaat met alles wat dat inhoudt: grote thema’s, bijhorende titel, de inzet van allerlei muziekstijlen maar ook de piek waarna een langzame afdaling begint. Om heel veel redenen raakte Prince daarna de weg kwijt (slechte filmprojecten, ruzies met platenmaatschappijen, het terugtrekken van The Black Album, een naamgevingscrisis, de vloek van overproductie en later een onwinbaar gevecht met internet.) Ik ben dol op alternatieve geschiedenissen (type: wat als Hendrix of Coltrane muziek waren blijven maken?) en zo mijmerend over zijn betekenis vroeg ik me af hoe een daadkrachtige Prince in de jaren negentig had geklonken? En dat had een technologische sprong moeten betekenen die hij niet wist te maken. Eigenlijk hetzelfde wat Kate Bush overkwam (met wie hij op Red Shoes (1994) samenwerkte), net als hij niet in staat om de Fairlight achter zich te laten.*

Maakte ook eigenlijk niet meer uit, zijn jaren tachtig-werk had hem al tot een mythe gemaakt. Het verbaasde me ook altijd wanneer hij opeens opdook om concerten te geven, een geest uit een andere tijd. Het zorgde voor dubbele distantie tot zijn muziek, want Prince werd in zijn hoogtijdagen van alle kanten geïnterpreteerd en bewierookt, een soort kritische roofbouw (als een van de weinige popartiesten was hij uitgesproken positief over popjournalisten.) Bijna altijd tekstueel gericht vanwege zijn excentrieke synthese van spiritualiteit (keihard Jehova’s Getuigen fundamentalisme) en lichamelijkheid. Maar het geluid van Prince komt er meestal bekaaid van af, dat mysterieuze gitaargeluid—zo achteloos opgeroepen—dat mij altijd doet denken aan een stad die ontwaakt, de gortdroge maar parmantige ritmes, de synthetische Prince…de studiomuzikant, wat weten we daar eigenlijk van?

* De Fairlight werd zo subtiel ingezet op Sign “☮” the Times en is ‘Batdance’ niet de laatste Fairlight-hit ooit? Nu ik de onuitgegeven extended mix van ‘Batdance’ beluister klinkt het nog steeds als een bizarre collage. Maar je voelt ook hoe dichtbij Prince was om in techno mee te gaan (waarvan hij zeker op de hoogte was aangezien hij naar de radioshow van The Electrifying Mojo luisterde.) Er zit een orgelsolo in waarvan ik bijna vermoed dat deze Robin Albers op het idee heeft gebracht voor ‘Plastic Dreams’. Het is uiteindelijk een kwestie van ritme, Prince kon/wilde niet de overstap maken naar de 909-bassdrum. Een muzikant als Prince in dienst van rave, wat een droom.

maandag 18 april 2016

Kritische massa is uit (bonus mix)

"And when you dream, dream in the dream with me"

Kritische massa: schrijven over muziek (ISBN 9789492049049) is als papieren boek gespot zowel bij Bol als 1Boek (en als e-book onder ander bij Boenda.) En om de hoes waar te maken, heb ik een mix gemaakt. Een vreemd soort afsluiting waardoor ik alles nog een keer langs laat komen. Meer ouderwetse mixtape dan dj-mix want ik heb de chronologische volgorde aangehouden. Daardoor schiet mijn muzikale leven voorbij als zo'n versneld filmpje van een bloem die uitkomt en weer vergaat. Van kind dat naar de radio luistert tot connaisseur/auteur. Toch weer een paar leuke ontdekkingen, bijvoorbeeld hoe interessant de jaren tachtig extended mixen waren, die vaak het origineel intact lieten, hier en daar een klein detail bijwerkten waar vervolgens een lang instrumentaal stuk aan werd geplakt. Ik kon destijds ademloos naar dit soort versies luisteren, als ze op de radio werden gedraaid. Verder heb ik wat live-versies uitgekozen waaronder een sublieme versie van 'Frosch' door Mouse on Mars (een kleine knipoog naar de keer dat ik ze in de "kleine" Arena zag optreden...buitengewoon goed en vrij, zeer 90s.)


vrijdag 15 april 2016

Je wist dat het zou komen: Breakthrough Starshot


Deployed by the thousands from a mothership launched into Earth orbit, each nanocraft would unfurl a sail and catch a laser pulse to accelerate to 20 percent the speed of light—some 60,000 kilometers per second. Using a sophisticated adaptive-optics system of deformable mirrors to keep each pulse coherent and sharp against the blurring effects of the atmosphere, the laser array would boost perhaps one orbiting nanocraft per day. Each laser pulse would contain as much power as that produced by a space shuttle rocketing into orbit.
Ergens had ik de hoop al opgegeven, maar het nieuws dat miljardair Yuri Milner 100 miljoen dollar vrijmaakt om uiteindelijk ruimteverkenners naar Alpha Centauri te sturen, in plaats van het geld te laten rotten op offshore-rekeningen, is natuurlijk erg spannend. Het is na de precisie-landingen van SpaceX alweer een signaal dat de ruimteprojecten van de natiestaat de noeste arbeid doen maar de ambitieuze ideeën het terrein zijn van dromers-met-geld. Het concept van kleine ‘wafersats’ die in grote aantallen richting Alpha Centauri worden gelanceerd klinkt niet buitengewoon onrealistisch. En bovendien maakt het niet eens uit of Alpha Centauri gehaald wordt, het beginnen aan het project, de ontwikkeling van technologieën is uiteindelijk het belangrijkste omdat het allerlei onvoorziene oplossingen zal aandragen. Eindelijk weer eens een open blik. Toevallig kon men deze week in wetenschappelijke tijdschriften (en een enkele krant) ook niet genoeg krijgen van dit onderzoek over LSD. De ruimte van de geest en het universum, een mooi excuus om de Hitchhikers Guide to the Galaxy te citeren:

"Space is big. Really big. You just won't believe how vastly, hugely, mind-bogglingly big it is. I mean, you may think it's a long way down the road to the chemist, but that's just peanuts to space."

maandag 11 april 2016

Je herinneringen online terugvinden




DREAM ENGLISH KID 1964-199AD from Mark Leckey on Vimeo.

Dream English Kid 1964 -1999 AD is een prachtige film van kunstenaar Mark Leckey die is opgebouwd uit fragmenten en een soort gemedieerde droom vormt van een leven dat verweven is met popcultuur (je hoort/ziet flarden van The Beatles, Joy Division en rave). Het geluidsspoor is echt indrukwekkend, het onderbewuste als dub, zie het moment rond [17:10] waar de droom na de rave wordt gerecreëerd.

Leckey kwam blijkbaar op het idee voor de film toen hij een bootleg video vond van een Joy Division-concert waar hij bij was geweest en zich realiseerde dat een groot aantal persoonlijke herinneringen nu online zijn te vinden. Wat mooi aanhaakt bij een voetnoot die ik in de latere editie van De Toekomst Hervonden heb toegevoegd:
Een recent fenomeen op YouTube is de toename van beelden van optredens uit de tijd voor de smartphone. Het geeft een onbehagelijk gevoel wanneer men geconfronteerd wordt met beelden van optredens die men heeft bijgewoond, zonder op dat moment bewust te zijn geweest dat het werd gefilmd. Alsof men het verleden vanuit het heden filmt.

zondag 10 april 2016

Een geschiedenis van cyberpunk


The future always remains to be rediscovered. Imagine cyberpunk with the complexity of one of China Miéville’s cities or the deranged reflexivity of a Grant Morrison comic strip. Imagine taking the glorious procedural generated planets of No Man’s Sky to build open universe cities, cities which no two people will ever play or inhabit in the same way. As the gap between the virtual and the real closes with developments in augmented reality, imagine expanding our shrinking ability to roam in our own cities. The easy assumption is that the likes of Oculus will lead us down the rabbithole to the detriment of our real lives. This view fails to acknowledge that virtual reality will be the source of countless ideas, connections and experiences applicable to the everyday world. At the very least, the contradiction between plugged in freedom and real-life restriction will become glaring. Given how architecture and games have replicated each other’s methods from isometrics to 3D software, it is very likely physical environments will develop in response to virtual ones.
Darran Anderson verrast weer met een mooi essay over de esthetiek van cyberpunk: 'What cyberpunk was and what it will be'. Zoals ik al een aantal keer heb gehint is het noodzakelijk om die esthetiek uiteindelijk achter ons te laten. En Anderson legt uitgebreid uit waarom, met behulp van een indrukwekkende kennis van games.

woensdag 6 april 2016

Waarom is solarpunk punk?


Stopping or turning around the most heavily funded sinking ship is a near impossibility, and that is the precise challenge of most environmental groups. The most powerful people in the world rely on the status quo. Fighting against all the momentum and money that is invested in destroying the environment is as big of a battle as one could imagine. In other words, it's super punk.
Hippie en punk, wij zijn de Hüsker Dü van sciencefiction! Citaat uit het prima overzichtartikel 'Solarpunk wants to save the world'. Ik zie overigens veel praktische oplossingen en ideeën op het gebied van architectuur maar wat solarpunk nog nodig heeft is een flinke dosis ballaardiaanse droomlogica, het moet ook weer niet te rationeel worden.

zondag 3 april 2016

De waarschuwing van The Sheep Look Up


“No one except possibly the late John Brunner, in his brilliant novel The Sheep Look Up, has ever described anything in science fiction that is remotely like the reality of 2007 as we know it.”
                           William Gibson

Ik heb net in opdracht van WORM een essay afgeleverd over Philip K. Dick waar ik allerlei huidige thema’s aan ophang en daar komt toch even weer de vraag ter sprake in hoeverre sciencefictionschrijvers de toekomst voorspellen. Tegelijkertijd heb ik net John Brunners The Sheep Look Up (1972) uitgelezen, dat een voorzichtige comeback aan het maken is omdat sommige lezers er een Amerika onder president Trump in herkennen. Nu wordt Trump helemaal geen president en hopelijk wordt de maatschappij van The Sheep Look Up ook geen realiteit.

The Sheep Look Up is een van de ongemakkelijkste boeken die ik ooit heb gelezen. Brunner is ambitieus en beschrijft opgedeeld in 12 maanden het leven in een Amerika dat gebukt gaat onder milieuvervuiling, buitenlandse militaire avonturen en onder leiding staat van een machteloze president met de bijnaam Prexy. De caleidoscopische opzet met talloze personages zorgt ervoor dat het even duurt voordat je grip krijgt op de tekst en daarna is het vooral emotioneel afzien, vanwege het continue onrecht (de verlichting van humor in zijn vorige boek Stand on Zanzibar is hier compleet afwezig.)

Brunner schreef een compromisloos toekomstvisioen dat uiteindelijk meer zegt over het begin van de jaren zeventig. Want natuurlijk is er geen internet in deze toekomst, geen smartphone en is het pure milieuvervuiling in plaats van klimaatverandering dat het grote gevaar vormt. De manier waarop tegenstanders van de overheid worden uitgeschakeld is veel meer een uitwerking van de modus operandi van FBI/CIA totdat de Church Commissie ingreep. Tegenwoordig word je als dissident/klokkenluider juridisch platgewalst (dodelijk geweld is nu meer het product van politiekorpsen als arbitrair opererende racistische doodseskaders.) Een politiek tegengeluid is nu ook niet afhankelijk van een charismatisch leider als Austin Train maar meer een verzameling van “sterren” die in de repressieve tolerantie hun boodschap kunnen verkondigen (Naomi Klein, Yanis Varoufakis, Noam Chomsky). Edward Snowden is misschien het dichtst dat we bij een Austin Train komen, een inspirator in de Informatieoorlogen.

Maar details zijn altijd lastig te voorspellen, het drukkende gevoel van The Sheep Look Up is daarentegen zeer actueel, alsof we met vuur spelen en dit deprimerende scenario heel eenvoudig bewaarheid kan worden. Als waarschuwing is het onovertroffen.