zondag 20 augustus 2017

Japan: een eerste poging

Ik verlangde er al decennia naar om Japan te bezoeken. Ik denk dat ik ergens ook verwachtte daar de toekomst te hervinden. Dat laatste is zeker niet gebeurd. Technologisch, de zichtbare, praktische kant ten minste, zijn West en Oost gelijk getrokken. De voorsprong in hardware is (momenteel?) vrijwel tenietgedaan en software beweegt nu eenmaal met ongekend gemak over de planeet. Wat mij in eerste instantie dan ook verraste was hoe weinig Japan mij verraste: ik was hier altijd al geweest. De verschillen, het genot, is uiteindelijk te vinden in subtiliteiten. Natuurlijk de taal, dat heerlijke achtergrondgeluid (altijd zacht) en de visuele pracht van de taal die overal aanwezig is, elke metrokaart een nieuwe schatkaart van betekenis. Elke slogan op een gebouw een toevoeging aan het popartcanon.

Zomaar een parkeerplaats in Kyoto

Japan, zo merkte ik al snel, is een gift voor de socioloog. Veel meer dan de technologie is de complexiteit van het sociale fascinerend. Elke sociologische theorie die in het Westen is geformuleerd moet hier opnieuw worden getest. Het civilisatieproces, de relatie tussen het sacrale en profane, de orde van de simulacra en vooral het Goffmaniaanse spel tussen front stage en back stage. Japan is zonder twijfel een introverte maatschappij (voor deze introvert bijna een utopie, waar men zonder schuldgevoel kan zwijgen.) Je wordt je bewust hoe luidruchtig Westerlingen zijn, hoe wij continu bezig zijn met praten om ons ego te versterken. Er is een subliem zwijgen dat ik bijvoorbeeld zag bij bezoekers aan het strand die vanaf een hoger gelegen punt, in typisch gehurkte houding, rokend de oceaan aanschouwden. Ik kan alleen gissen naar hun gedachten (een volstrekt normaal moment van contemplatie?) Op het water heerst onder surfers totale kalmte, geen enkele communicatie, alleen een enkel kind kraait misschien van plezier in de branding. Geen geschreeuw, geen muziek maar ook geen lichamelijk vertoon (geen opgepompte lichamen of tatoeages die geassocieerd worden met yakuza.)

Kalme estheten, veel aspecten van het leven zijn duidelijk gericht op schoonheid, de correcte presentatie, ook van het sociale masker door middel van kleding en kapsels (geholpen door de structuur van het haar, zeer gunstige lichaamsbouw en vaak prachtige gezichten) tot op latere leeftijd (de 60-plusser kan qua stijl gewoon nog meekomen.) Al lijkt die schoonheid niet altijd meteen evident. Tokio vond ik in eerste instantie grauw en lelijk, totdat ik er achter kwam dat de stad veel subtieler is, elke zijstraat herbergt een mogelijke ontdekking. Een stad die lijkt opgebouwd uit kleine oases, cafés waar een perfecte rust heerst, waar inderdaad nog steeds bossanova en pianomuziek klinkt en mensen zonder gêne even kunnen slapen (de stedeling is duidelijk oververmoeid). Dan zijn er weer de kolkende intensiteiten van oneindige winkelstraten waar muziek, beelden en Aziatische massa (die echt van een andere orde is dan de Europese massa) je lijken te verdrinken.

De wijk Namba in Osaka


Het sociale functioneert door eeuwenlange ritualisering perfect omdat van iedereen wordt verwacht dat men rekening met de andere houdt (de stilte, het respect voor de persoonlijke ruimte.) Ik ben er nog niet helemaal achter wat dit inhoudt voor de buitenstaander, de artiest en creatieveling. Ik kreeg in de bergen het vermoeden dat een bepaald soort Japanner zich hier terugtrekt die de teugels enigszins wil laten vieren (een eigen interpretatie van de hippie, maar dan natuurlijk Japans, dus met een uitgedachte stijl.) Het sociale weefsel werkt tot een verre periferie maar over de grens waakt een Aziatische controlestaat die wanneer nodig streng ingrijpt. Ik zou Japan het meest geciviliseerde land ter wereld noemen ware het niet dat het nog steeds de doodstraf kent die omgeven is van echt kafkaëske procedures. Dat het sociale weefsel zo sterk en ver doorwerkt maakt het strafregime zelfs bijna logisch: je moet wel heel ver gaan om jezelf buiten de sociale orde te plaatsen en dan geeft men je ook welhaast achteloos op. Maar de doodstraf blijft een barbaarse praktijk die dient te verdwijnen. Reden waarom Zweden uiteindelijk vrijwel alles combineert wat men van een samenleving mag verwachten in de 21ste eeuw.

Er wordt gezegd dat je bij terugkeer uit Japan pas gechoqueerd raakt, maar dan door de gecultiveerde botheid en luidruchtigheid van Nederland. Misschien dat de waarschuwing vooraf (en aankomst op zondagochtend) dit effect enigszins opving. Maar wat zich wel duidelijker dan ooit aftekent, is de Nederlandse obsessie met de Amerikaanse cultuur en politiek die neurotische vormen aanneemt (in Japan vindt met Amerika vooral interessant als esthetisch concept waarvan men bepaalde onderdelen overneemt en vervolgens verbetert.) Een nieuw oriëntalisme, politiek kritisch maar open op het gebied van esthetiek, filosofie en economie lijkt me zeer vruchtbaar en zelfs noodzakelijk voor een overbevolkt land. De zon rijst nog steeds in het oosten.

2 opmerkingen:

  1. heel mooi. En beter dan Zzzzomergasten. :)

    (ook wel gewaagd en zelfs riskant, ergens, de utopie bezoeken. Toch aardig doorheen geslagen ;-) )

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja, eigenlijk wel riskant, ik was dan ook best nerveus dat alles teniet zou worden gedaan. :) Je hebt gewoon een fictief Japan en een levend Japan. Was gewoon de hoogste tijd om dat te bezoeken. Het maakt al die films bijvoorbeeld opeens heel realistisch(opvallend hoe goed high-end anime landschappen weet te reproduceren.) Maar sowieso is het Verre Oosten fascinerend.

    BeantwoordenVerwijderen