Ik heb vaak genoeg zitten klagen over Nieuwsuur met zijn combinatie van populisme en doorgeefjournalistiek maar het lijkt er de laatste tijd op of er iets is aan het veranderden is. Eerst een korte serie items over cannabis die leek te breken met het gebruikelijke frame, nu gevolgd door een serie over een veel belangrijker onderwerp: artificiële intelligentie.
Wat me bevalt is dat de hoofdthema’s van A.I. op een serieuze manier kort worden samengevat voor een breed publiek. De VPRO beweegt zich al jaren graag op dit terrein maar verliest zich op een of andere manier te vaak op zijsporen met teveel aandacht voor kunstprojecten die afleiden van praktische vragen. Hopelijk blijft het niet bij deze aanzetten.
Toevallig kijk ik op het moment de tweede serie van Ghost in the Shell: Stand Alone Complex die soms op duizelingwekkende wijze al deze thema’s behandeld. Lange tijd was ik sceptisch over de serie, verwachtte ik dat de animatie en het verhaal van mindere kwaliteit zouden zijn dan de film uit 1995. Maar toen ik een paar jaar geleden de sprong waagde met het eerste seizoen (2002-2003) werd ik verrast door zowel de animatie als de complexiteit van het narratief. 2nd GIG (2004-2005) gaat hier gewoon verder mee. Er is een overkoepelend verhaal dat wordt afgewisseld met episodes over individuele leden van het Sector 9 team waarbij afgemeten gebruik wordt gemaakt van filmische en filosofische verwijzingen. Een groot deel van een aflevering kan zomaar worden gevuld door een filosofische discussie tussen de Tachikoma, intelligente tanks met superschattige stemmen, die altijd nieuwsgierig zijn naar de status van hun eigen bewustzijn (en in de eerste serie dan ook op een moment Deleuze & Guattari lezen.)
De makers maken compleet gebruik van de vrijheid van animatie om een buitengewoon gedetailleerde wereld te creëren. Elke aflevering is gevuld met uitgedachte stadslandschappen, geloofwaardige technologieën en cybernetische informatie die in de realiteit ingrijpt. Betere sciencefiction is er de afgelopen 20 jaar niet gemaakt. Het is dan ook een vreemde gewaarwording om 2nd GIG met een flinke vertraging te kijken omdat een aantal hedendaagse thema’s-de vluchtelingencrisis, (cyber)terrorisme, de neergang van American Empire (letterlijk zo genoemd)-een centrale rol spelen (gelukkig heeft WOIV nog niet echt plaatsgevonden.) De eerste serie over de Laughing Man, heeft trouwens eenzelfde effect met allerlei vooruitziende ideeën over meme’s (een stand alone complex is een soort megameme), activisme en het bespelen van (social)media.
De originele Ghost in the Shell film is inmiddels een onderwerp voor filosofische, sociologische en ethische analyse en discussie maar zo op het eerste gezicht is Stand Alone Complex vergeten, zijn er geen uitgebreide recaps of hoogdravende essays over geschreven. Wat jammer is omdat het uiteindelijk de ideeën van de film, wat onbevredigend als losstaande entiteit, verder uitwerkt. De serie is minder bekend, maar 52 afleveringen met een grote informatiedichtheid vergen ook serieuze exegese. Een mooi “hopeloos” project voor de toekomst. Tot die tijd is het noodzakelijk dat het complete Ghost in the Shell universum de mainstream bereikt, of dat nu bij publieke omroep is of Netflix (waar alleen eenzaam de tweede film verkrijgbaar is.)
zondag 30 september 2018
vrijdag 21 september 2018
Aphex Twin - Collapse: vruchtbare puinhoop
Dat de effectieve reclamecampagne met het 3D Aphex Twin-logo uiteindelijk bedoeld was om een E.P. met vier tracks (vijf op cd) onder aandacht te brengen, heeft menigeen verbaasd. Nu kondigt een E.P. maar al te vaak een album aan maar nu ik Collapse eindelijk heb gehoord, ben ik ervan overtuigd dat het als een eigen entiteit moet worden beschouwd. De muziek op Collapse kon niet anders dan een E.P. vormen, de muziek is zo rijk -aan detail, wendingen en ritmiek- dat je als luisteraar na vijf nummers verzadigd bent. Ik denk niet dat ik de aandacht zou kunnen vasthouden bij een album gevuld met dit soort tracks.
Wat Richard James hier presenteert is zonder twijfel indrukwekkend vanuit technisch perspectief. Hier is een grootmeester aan het werk die zijn apparaten compleet beheerst. Ritmes verspringen, stemmingen schuren tegen elkaar, wonderschone melodieën verschijnen en verdwijnen om niet meer terug te keren. Aphex Twin hoeft duidelijk niet meer rekening te houden met de dansvloer. Dat betekent dat de 4/4 maat bijna afwezig is en herhaling er ook niet meer toe doet. Techno is nu een avontuur vol wendingen en verrassingen, de tracks op Collapse voelen als korte megamixen waarin meerdere ideeën vechten om aandacht. Op Syro speelde Apex Twin al een aantal keer met deze vorm maar nu heeft het een definitieve uiting gevonden. Collapse is in die zin de ineenstorting van conventies. De muziek voelt als een psychedelische maalstroom waarin basdreunen, breaks en samples verschijnen om vervolgens weer uit het gehoor te verdwijnen. Soms lijkt Aphex Twin naar zijn eigen oeuvre te verwijzen en voordat je het kunt verifiëren is het moment voorbij (de moedwillige implosie van oeuvre en persoonlijke geschiedenis? Vernietiging en hergeboorte?)
Ritmisch voelt Collapse als een bevrijding. James introduceerde op Richard D. James Album (1996) jungle-ritmes die hij nooit echt onder controle leek te hebben, een soort obsessie die hij hardnekkig bleef volhouden zelfs toen jungle over zijn hoogtepunt was. Pas met ‘s950tx16wasr10" (earth portal mix)’ op Syro leek hij de klassieke jungle-sound eindelijk te hebben gevangen. Die techniek van beat-manipulatie wordt op Collapse ingezet voorbij de conventies van jungle en drill ‘n bass om een genreloos web te vormen van electro-stotters, breaks, handclapsalvo's en korte 4/4 aanzetten alsof hij Stockhausens persoonlijk advies in 1995 ter harte heeft genomen "...he would look for changing tempi and changing rhythms, and he would not allow to repeat any rhythm if it varied to some extent and if it did not have a direction in its sequence of variations."
Maar wat betekent Collapse in 2018? Er is vrijwel geen DJ die een track als ‘T69 Collapse’ met zijn driedelige opzet en voor lachgas geoptimaliseerde break zal draaien. Dit is techno zonder functie, auteurtechno, waar James zeker sinds drukQs aan werkt. Het heeft iets van een individuele zoektocht naar nieuwe mogelijkheden en modellen, een spel met complexiteit dat geen doel heeft voorbij zijn eigen creatie. Vreemd genoeg luister ik het vol ontzag, onder de indruk van de slimmigheden en knipogen, vermoeid door de mateloosheid, laat het me koud terwijl tegelijkertijd minuscule explosies van schoonheid me onderdompelen in het vertrouwde analoge bubbelbad.
Wat Richard James hier presenteert is zonder twijfel indrukwekkend vanuit technisch perspectief. Hier is een grootmeester aan het werk die zijn apparaten compleet beheerst. Ritmes verspringen, stemmingen schuren tegen elkaar, wonderschone melodieën verschijnen en verdwijnen om niet meer terug te keren. Aphex Twin hoeft duidelijk niet meer rekening te houden met de dansvloer. Dat betekent dat de 4/4 maat bijna afwezig is en herhaling er ook niet meer toe doet. Techno is nu een avontuur vol wendingen en verrassingen, de tracks op Collapse voelen als korte megamixen waarin meerdere ideeën vechten om aandacht. Op Syro speelde Apex Twin al een aantal keer met deze vorm maar nu heeft het een definitieve uiting gevonden. Collapse is in die zin de ineenstorting van conventies. De muziek voelt als een psychedelische maalstroom waarin basdreunen, breaks en samples verschijnen om vervolgens weer uit het gehoor te verdwijnen. Soms lijkt Aphex Twin naar zijn eigen oeuvre te verwijzen en voordat je het kunt verifiëren is het moment voorbij (de moedwillige implosie van oeuvre en persoonlijke geschiedenis? Vernietiging en hergeboorte?)
Ritmisch voelt Collapse als een bevrijding. James introduceerde op Richard D. James Album (1996) jungle-ritmes die hij nooit echt onder controle leek te hebben, een soort obsessie die hij hardnekkig bleef volhouden zelfs toen jungle over zijn hoogtepunt was. Pas met ‘s950tx16wasr10" (earth portal mix)’ op Syro leek hij de klassieke jungle-sound eindelijk te hebben gevangen. Die techniek van beat-manipulatie wordt op Collapse ingezet voorbij de conventies van jungle en drill ‘n bass om een genreloos web te vormen van electro-stotters, breaks, handclapsalvo's en korte 4/4 aanzetten alsof hij Stockhausens persoonlijk advies in 1995 ter harte heeft genomen "...he would look for changing tempi and changing rhythms, and he would not allow to repeat any rhythm if it varied to some extent and if it did not have a direction in its sequence of variations."
Maar wat betekent Collapse in 2018? Er is vrijwel geen DJ die een track als ‘T69 Collapse’ met zijn driedelige opzet en voor lachgas geoptimaliseerde break zal draaien. Dit is techno zonder functie, auteurtechno, waar James zeker sinds drukQs aan werkt. Het heeft iets van een individuele zoektocht naar nieuwe mogelijkheden en modellen, een spel met complexiteit dat geen doel heeft voorbij zijn eigen creatie. Vreemd genoeg luister ik het vol ontzag, onder de indruk van de slimmigheden en knipogen, vermoeid door de mateloosheid, laat het me koud terwijl tegelijkertijd minuscule explosies van schoonheid me onderdompelen in het vertrouwde analoge bubbelbad.