Ze zijn opgekomen zoals je verwacht van artiesten in 2025, niet op de dansvloer, televisie, radio of tijdschrift maar via YouTube en vooral Instagram. Het Italiaanse duo Mind Enterprises verscheen door een gooi van het algoritme in je feed en trok, in die minuut die je hoogstens hebt, de aandacht. Vaak in een gewone setting, bijvoorbeeld de keuken, draaien of spelen twee mannen, gekleed in vintage jaren ‘80 polo’s, onberispelijke Italo disco met een vleugje humor, terwijl ze ondertussen een sigaret roken en elkaar een toost uitbrengen met een glas Campari. En dan blijken ze opeens in de kleine zaal van Paradiso te spelen. Elke hoop dat je te maken zou hebben met een niche fenomeen meteen de grond ingeboord, want voordat je het door had, waren de twee avonden uitverkocht. Niet getreurd, op de huidige manier, dus hoe dichter de avond komt, hoe eenvoudiger het is om toch kaartjes te bemachtigen.
Wat me in eerste instantie opvalt, is hoe Mind Enterprises al iconen zijn. Wanneer ze het podium opstappen word je even overmand door het samenvallen van beeld en realiteit, daar zijn ze: de kleinere met zonnebril, snor en krullen naast de langere met bril en jasje. Net echt. In een uur spelen ze een fascinerende set met een briljante intro, snel gevolgd door hun bekendste liedje en daarna een soort hyperreële versie van Italo. Dat wil zeggen, het jaren ‘80 Italo-geluid dat een post-house update geeft gekregen wat betreft dynamiek en bas maar tegelijkertijd onmiskenbaar de melodische kracht inzet en daarnaast de symboliek van Italo ongegeneerd hergebruikt (girls, boys, beach, sun). Een olijke, glanzende oppervlakte met een knipoog en zonder enige duisternis, zelfs wanneer het tegen het einde opeens heerlijk hypnotiserend richting D.A.F. gaat. Als toegift wordt ‘Gloria’ van Umberto Tozzi gezongen, een prachtig eerbetoon (vreemd genoeg op vakantie zowel eerst de Branigan-versie als het origineel gehoord, na iets van 30 jaar.)
Mijn vriendin observeerde achteraf of ze het gaan maken, een serieuze carrière. Ik had daar zelf niet bij stil gestaan, in mijn beleving zijn ze al groots, zelf in de kleine zaal (bovendien gaan ze al een tijd mee, een van hun signature liedjes, 'Idol' is al acht jaar oud.) Ik denk in ieder geval dat ze de wind in de zeilen hebben, dansmuziek kent op het moment niet zijn meest inventieve periode en lijkt gevangen in festivalpodia waar de correcte muziek volgens de regeltjes moet worden gedraaid als achtergrond voor de sociale cohesie die de consumptie-ervaring tijdelijk oproept. Authentiek plezier lijkt zelden te worden opgeroepen. En daar kan Italo een tegenwicht bieden, zoals het eigenlijk altijd heeft gedaan, ik denk aan I-F’s trouw aan het genre in de jaren ‘90, Miss Kittin & The Hacker - First Album of Felix Da Housecats sublieme gebruik van het genre aan het begin van de jaren 2000. In die zin verschijnt Italo wanneer het nodig is, een zomerse dans zonder pretentie, een vergeeld futurisme.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten