“Zo leefde Kretzchmar in de vanzelfsprekende, stilzwijgende overtuiging dat de muziek haar definitief hoogste en effectiefste verschijningsvorm in het orkestdeel had gevonden, —wat Adrian niet meer geloofde. Voor de twintigjarige was, anders dan voor de oudere man, de gebondenheid van de maximaal ontwikkelde instrumentale techniek aan de harmonische muziekconceptie méér dan een historisch inzicht, –er was bij hem iets als een overtuiging ontstaan, waarin verleden en toekomst samensmolten (…)”In Doctor Faustus van Thomas Mann staat wel meer van dit soort bespiegelingen over kunst en vooruitgang, muziek en individualiteit die je doen inzien dat het zelfbewustzijn over cultuur al lang geleden is ingezet. Maar terwijl ik de woorden gisteren in bed woog moest en probeerde te plaatsen in het heden moest ik aan Zomby denken die dezelfde dag zijn nieuwste album Ultra presenteerde. Het is waarschijnlijk zijn sterkste werk tot nu toe en toch mis ik vrijwel altijd iets wanneer ik naar zijn tracks luister. De muziek van Zomby lijkt in een vacuüm te leven. Het is een geïsoleerde muziek, een impressie die zonder twijfel wordt versterkt door de muziek zelf: kille, eclectische machinemuziek (‘Yeti’ klinkt bijvoorbeeld als een arcade-game die na een lange dag zwoegen hunkert naar sluitingstijd, wanneer hij gevoelens toe laat, zoals op de laatste drie tracks dan toch de Blade Runner Blues.) Ondanks zijn samenwerkingen en uiterst amusante getwitter lijkt hij te lijden aan de eenzaamheid van de auteur die geen scene heeft. Het is muziek voor een lege dansvloer, niet omdat niemand er op wil dansen maar omdat de dansvloer archaïsch is geworden. Een onderwerp voor het museum of misschien zelfs een museum zelf, zoals Maria Perevedentsva onlangs, in de stijl van Baudrillard, observeerde over het 25 jaar Tresor evenement:
"In many ways, the line-up itself constituted the event, expressly designed for posterity: Simply by being announced, it had already happened, and the actual music-making that took place was to be an enjoyable formality."
Aan de andere kant is Zomby geen slaafse retromaniak. Hij is, als toegwijde student van rave, duidelijk op de hoogte van alle aspecten van de afgelopen 25 jaar dansmuziek die moeiteloos in zijn muziek worden verwerkt (en op Ultra het minst als odes aan verloren scenes klinken.) Maar hij lijkt vooral zoekende naar een publiek buiten het digitale domein, een publiek dat hopeloos versplinterd is en op een nu nog onvoorstelbare manier samen moet komen.
Ik was tegen wil en dank toch weer lictjes onder de indruk van deze plaat. Had alleen dat Burial-Zomby eentweetje geschrapt.
BeantwoordenVerwijderenNu nog onvoorspelbaar: ik hoop het, maar ik vrees.
Tijdens de eerste beluistering dacht ik "die moet ik hebben" (trouwens een teleurstellend prijzige cd). Nu weet ik het niet, al blijft het een sterk album hoor, vooral de tweede helft, echt zo een voor nachtelijke autoritten.
BeantwoordenVerwijderenEn zoiets als 'S.D.Y.F.' (mijn favoriete track van het album) maakt niemand meer tegenwoordig.
BeantwoordenVerwijderen