Gisteren attendeerde Alex van der Hulst me op dit
coverartikel van
NRC Next over 1994 als "het beste muziekjaar ooit." Het deed mij even snel naar de platenkast kijken om een paar suggesties af te vuren. Eenmaal tot rust gekomen groef ik dieper en kwam ik tot een wel erg indrukwekkende lijst. Nu probeer ik een zekere afstand te bewaren ten opzichte van lijstjes en nostalgie, maar toch wil ik hier de titels verder uit diepen al was het omdat de suggesties in het artikel neigen naar rockistische geschiedsvervalsing (
Dummy is hier de enig echt vooruitstrevende plaat tussen de saaie blanke mannen met gitaren en een vervelende astmatische rapper) en dit mag niet wortel schieten als het beeld van die periode, de kille hand van de Top-2000 Aller Tijden is voelbaar. 1994 is niet eens zo belangrijk*, het is het continuüm 1988 - 2001 waar het echt om gaat, maar als we dat soort spelletjes willen spelen, dan ook met het complete beeld, met compilaties en de eerste mix-cd's, artefacten die het rockisme nooit heeft geaccepteerd.
Aphex Twin -
Selected Ambient Works volume II
Sabres of Paradise -
Haunted Dancehall
Mouse on Mars -
Vulvaland
Autechre -
Amber
Plastikman -
Music
Future Sound of London -
Lifeforms
Underworld-
Dubnobasswithmyheadman #
Biosphere-
Patashnik
Sandoz -
Intensely Radioactive
Orbital -
Snivilisation
Jeff Mills-
Waveform Transmission vol.3
Stereolab-
Mars Audiac Quintet
St Etienne -
Tiger Bay
Method Man -
Tical
Massive Attack -
Protection
Tortoise -
Tortoise
Vapourspace-
Theme From Vapourspace
Oval -
Systemisch
The Orb -
Pomme Fritz
Laurent Garnier -
X-Mix 2
La Collection (FNAC)
In Order to Dance 5 (R&S)
Headz (Mo'Wax)
En dan hebben het niet eens over losse tracks en 12-inches. De eerste golf van jungle 12-inches die de oversteek maakten (E-Z Rollers - 'Rolled Into One' bijvoorbeeld).
* Klaas Knooihuizen relativeerde terecht door te stellen dat een keuze van "beste muziekjaar" grotendeels afhankelijk is van de leeftijd die je destijds had (15-25). Als ik naar mijn persoonlijke situatie terugkijk was 1994 ook wel een soort geluksjaar waarin ik mij jong en onsterfelijk voelde, meegesleept door de cultuur, nieuwe technologie, sciencefiction herontdekte en een soort openbaring op mijn vakgebied meemaakte. Je zou er bijna nostalgisch van worden.
Coda: ik raak er steeds meer van overtuigd, en
Yeah Yeah Yeah sterkt mij in dit vermoeden
, dat in popmuziek een moment bestaat,
tussen het ontdekken van nieuwe vormen en de eerste golf van albums waarmee de muziek wordt geformaliseerd, de latente ambities uitgewerkt, die gewoonweg het meest interessant is. In de meeste gevallen gaat het daarna mis, dan begint de professionalisering, de carrière. Ik kan zo uitzonderingen opnoemen, maar de algemene tendens is denk ik correct.
# Op cd gedateerd met 1993, maar ik ben in het archief gedoken en de paginagrote
Melody Maker recensie ("This breathtaking hybrid marks the moment that club culture finally comes of age and beckons to
everyone.") verschijnt op 15 januari 1994.