Hier de Nederlandse versie van
The Absence of Light, het korte verhaal dat ik
18 januari voor Sonic Acts heb geschreven en voorgedragen. Inclusief bonusmix/soundtrack (zie onder het verhaal).
In een baan om Europa, wachtend op het volgende konvooi,
dwaalden zijn gedachten af naar zijn jeugdheld Alexander de Grote. Zelden nog
de Alexander van de legendarische veldslagen, maar steeds vaker de beweging van
zijn leger, een rondtrekkende stad waaruit verschillende talen en geuren
opstegen. Zijn gedachten bleven niet lang dralen bij de voorhoede, de ruiters
met hun trotse uitrustingen en nooit meer vergeten namen. Hij bewoog naar de
donkere buurten van de stad, de achterkant van deze legermacht waar nauwelijks
orde heerste. De laatste voetstappen waar een spoor uit ontsprong van
etensresten, uitwerpselen, uitgetrapte vuren en de lijken van dobbelaars die te
lang door de godin Tyche in de steek waren gelaten. Waarna de gieren eindelijk
neerdaalden.
Nog een paar uur en het konvooi zou Jupiter geruisloos
passeren, vier planeten verwijderd van de tussenstop die hun ver het universum
in zou lanceren. Hier aan de rand van het zonnestelsel was het wetenschappers
gelukt om een opening te creëren waarmee de kolonisten naar nieuwe werelden
werden getransporteerd. De route van de Aarde tot de opening was de langste
snelweg uit de geschiedenis van de mensheid. Zodra een konvooi was gepasseerd
kwamen hij en zijn collega’s in beweging om de weg schoon te vegen. Asteroïden
werden vernietigd, het schroot van het ruimtetijdperk gevangen, het lichaam van
een ongelukkige geborgen. Een object zo groot als zijn vuist dat doelloos en
met genoeg snelheid bewoog kon een dodelijk projectiel vormen en een
willekeurig ruimteschip genadeloos perforeren.
Dan werd het werk interessant. Het bergen van schepen was,
in de bars op de manen van Jupiter waar zijn collega’s graag de tijd doodden,
een favoriet gespreksonderwerp. Omgeven door een walm van opium werden legendes
vergeleken van verongelukte privéschepen bewoond door miljardairs die als
farao’s omgeven met schatten, waren gebalsemd door de lege kou van de ruimte. Hun
dagelijkse werk werd goed betaald en een gunstige berging betekende
gegarandeerd een vervroegd pensioen. Verzekeringsmaatschappijen keerden royale
sommen uit voor het veiligstellen van complete wrakken, maar de werkelijke
jackpot vormden de vondst van kunstwerken. Met de opkomst van het
intergalactische kolonialisme was vanzelfsprekend een nieuwe smokkelroute in
het leven geroepen. Volgens een haastig opgestelde V.N. resolutie was het
verboden om kunstwerken als cultureel erfgoed de Aarde te laten verlaten totdat
de levensomstandigheden ondragelijk werden. Menig verloren gewaand schilderij,
verdwenen door de kunstroven van de voorgaande eeuwen, was tijdens de eerste
golf ongelukken teruggevonden. In dronken buien keerde steevast verhalen terug
over geperforeerde Picasso’s en onkundig verpakte meesterwerken die door
straling waren geruïneerd.
Het bleef een fascinerend gezicht. Op afstand viel de ware
grootte van een moederschip lastig in te schatten. Een geruisloze stad die in
beweging was geduwd door de grootste energieverplaatsing die de mensheid ooit
had teweeggebracht. De stuwmotoren, na de lancering gedoofd, gevolgd door een
colonne gevormd door veelzijdige kleinere schepen bevolkt door de rijken, de
smokkelaars of voortvluchtigen. En daar achteraan, onzichtbaar nu nog, het
spoor van afval. De eerste opruimers kwamen loom in beweging.
Als jongeman had hij de pijn van Alexander gevoeld toen deze
werd geconfronteerd met een leger dat weigerde nog verder te gaan, genoeg had
van het onbekende. Jaren in de ruimte hadden gezorgd voor een groeiende
sympathie met de troepen die naar huis verlangden. Voor hem niet meer dan een beeld
van een invallend avondlucht, de heldere winterhemel die zich opent met aan de
horizon donkerblauwe wolken die een gebergte suggereren. Luchten en winters die
waarschijnlijk niet meer bestonden. Vreemd hoe je je van te voren niet kon
voorstellen dat je juist het gevoel van koude lucht tegen je gezicht zou
missen. Nooit vertelde men of de teruggekeerde Macedoniërs, zonder hun koning,
werkelijk blij waren geweest om hun vaderland terug te zien. Hoeveel van hen
hadden rust gevonden? Wie naar de nieuwe werelden vertrok keerde zelden terug.
De geestdodende terugreis door het zonnestelsel vormde een blokkade die alleen ziekelijke nostalgici er niet van weerhield
om terug te keren. Uit de sporadische boodschappen die uit de koloniën werden
ontvangen sprak een welhaast universele opluchting over de bevrijding van de
drukkende effecten van overbevolking. Een leven zonder vervuiling, continue
conflicten en zonder overdaad aan regels en wetten. De mens was herboren.
*
De man met
onmiskenbaar Chinese gelaatstrekken sprak in onvervalst nieuw-Amsterdams:
“Ik kan dit niet
overnemen.”
Voorzichtig liet
hij de handschoen over de stenen gaan waar groene aders doorheen liepen. Twee
jaar geleden had hij ze uit een asteroïde gehakt die traag over de route
draaide.
“Het materiaal
is…onbekend, dus onbetaalbaar. Zeker voor mij.”
Met een beweging
scheidde hij de stenen van de andere vondsten.
“De rest,” een
glinstering in de helblauwe ogen, “genoeg voor een leven op een nieuwe planeet.
Een zeer mooi leven.”
Een nieuwe planeet.
Waarom zou hij? Hij stapte de permanente regen in, de mensen tegemoet, een
drukkende menigte waar hij sinds zijn terugkeer niet aan kon wennen. Het
maximumverblijf van vijf jaar in de ruimte had zijn levensverwachting genoeg
verkort. Intensieve therapie zou de
schade enigszins kunnen repareren maar nooit genoeg om op korte termijn het
zonnestelsel te doorkruisen. Maar de grootste barrière was psychisch, hij sliep
sinds zijn terugkeer slecht, de duisternis van de slaap een echo van de leegte
van de ruimte.
Lange
tijd liep hij rond met een zonnebril, even noodzakelijk als het
trainingsprogramma om zijn spieren weer op niveau te krijgen. Tijdens de
voorbereiding op het leven in de ruimte leert men dat er zelden over de Aarde
wordt gedroomd. Hij kon zich geen enkele droom herinneren. De jaren waren
voorbij gegaan in korte cycli van waken en slapen zonder noemenswaardig
droomwerk.
De overplaatsing
was binnen een paar weken goedgekeurd. Eenmaal aan de rand van de woestijn
aangekomen vond de gevreesde verblinding niet plaats toen hij voorzichtig de
bril afdeed. De zon detoneerde een explosie waardoor een reservoir droomstof
zijn wezen overstroomde, de neuronen in zijn hoofd leken te zingen terwijl
miljarden connecties in een moment de woorden ergens ver weg verpulverd
achterlieten. Eenmaal bij bewustzijn gekomen zag hij dat de spiegelwoestijn wel
degelijk echt was. Vanaf de Nijl tot in het zicht van de Atlantische Oceaan lag
hier rij na rij van zonnepanelen die tezamen de enige echte menselijke
structuur vormden die vanuit de ruimte met het blote oog was te ontwaren, zelfs
de wolk van troep kon dit litteken van licht nooit bedekken. Hier waren de
opruimers die niet wegtrokken of in de doolhof van hun pensioen verloren
raakten het meest gewild. Ze waren eenvoudig te herkennen, bij routineklussen,
kleine objecten die een paneel hadden doorboord, bleven ze in de jeeps achter,
zwijgend in strijd met de pulserende zon, nauwelijks door de zonnebrilglazen te
weerhouden. Hun kennis geactiveerd bij het grotere werk, de recyclebare
brokstukken, onbekende voorwerpen, mogelijk antieke restanten van roemruchte
satellieten.
“Het is maar iets
van vijftig kilometer rijden, Ragab. Denk je dat wie die route kunnen nemen?”
Zijn Egyptische
collega achter het stuur keek hem onderzoekend aan.
“Siwa hè? Lijkt me
op zich goed. Ongetwijfeld komen we genoeg klussen tegen met de activiteit van
de laatste dagen. Maar laat ik dit vertellen. Als kleine jongen, ik denk dat ik
zeven, acht jaar oud was, wandelde ik vaak met mijn opa langs de necropolis bij
ons dorp. Het meeste was allang weggeslagen door de wind. Behalve een redelijk
gaaf gebleven complex hoog tegen een heuvel gebouwd. In de steile heuvelrand
bevond zich een opening. En elke keer wanneer we er langs liepen zeurde ik
tegen mijn opa dat ik er in wilde. Ik fantaseerde over trappen en een geheim
gangenstelsel dat ons uiteindelijk toegang zou geven tot het complex. Een
vergeten schatkamer misschien? Een pad dat niemand in duizenden jaren had
durven verkennen. Op een dag was mijn opa blijkbaar mijn gezeur zat en stonden
we voor de opening. Ik keek voorzichtig naar binnen en zag aan de onderkant van
de trap een grote hoop plastic en rottende vuilnis. Een belangrijk moment, weet
je? Het moment dat de hamer van de realiteit neerdaalt. Koud. Hard.”
Op de heuvel hadden
ze zicht op de ruïnes, omringd door de oase en daarachter de rijen panelen die
langzaam afkoelend zonder enige interesse het wazige sterrenlicht opnamen. Ze
liepen door de restanten van deuren die volgens archeologen naar het orakel
hadden geleid.
“Zie je, het vuur
uit de hemel is een fenomeen uit een ver verleden.”
Op hetzelfde moment
lachte hij, zich de ironie van de woorden realiserend.
“De mens was nooit
zo belangrijk. Maar wie weet, we leven nog.”
Later in zijn slaapzak gingen zijn handen over
de geaderde ruimtestenen. Wat had hij verwacht, dat als in een van de
computergames uit zijn jeugd een missie zou worden volbracht wanneer hij ze op
de juiste plek plaatste? Ze plotseling in tongen zouden spreken? Een oude taal
herboren? ’s Ochtends reden ze zwijgend richting de laatste inslagen. Op zoek
naar nieuwe beloftes.
Amsterdam, december 2013 - januari 2014