2016, het jaar dat de 21ste eeuw begon, of zich in volle glorie ontvouwde. Er was dit jaar een half pathetisch/half ironische neiging om 2016 als een soort Magere Hein te personificeren die allerlei beroemdheden vermoordde. Vanzelfsprekend bestaat hier een rationele verklaring voor. Popcultuur explodeerde in de jaren zestig en veel artiesten en sterren van die generatie raken op leeftijd. Aangezien de levensstijl van dit gilde over het algemeen niet het gezondste is geweest zullen de komende jaren nog veel meer volgen. Maar zelfs zonder excessen is duidelijk dat een leven als artiest het lichaam op soms onvoorziene manieren sloopt. Of het nu Prince is die aan chronische heuppijn leed door jaren lang op hoge hakken op te treden of dj’s die in een permanente jetlag leven en jarenlang in rokerige zalen hebben gedraaid. En die opoffering voor de kunst heeft natuurlijk zijn romantische charme.
2016 voelde als de slang die vervelt en zijn oude huid achter laat. In culturele zin is een proces van afsluiting begonnen, reden waarom retromania opeens lijkt te verdampen. In minder macabere zin was het ergens een opluchting dat Bob Dylan de Nobelprijs van de Literatuur kreeg. De triomf waar een groot deel van zijn generatie jarenlang naar smachtte. Maar met de ultieme blijk van goedkeuring wordt dit culturele moment definitief onderdeel van het establishment. Het was dan ook perfect dat Patti Smith, de museumdirectrice van rock ‘n’ roll, de prijs voor Dylan in ontvangst nam. Bevrijd kan de popcultuur verder uitdijen zonder ooit de kracht van die originele explosie te evenaren.
Maatschappelijk is eenzelfde vervelling gaande waar lastig grip op is te krijgen. Rationeel observerend zie je de verandering gebeuren, een trage ontmanteling van een stelsel van democratie, welvaartsstaat en natiestaat door onhoudbare globalisering en technologisering. Dit heeft bepaalde processen in gang gezet die niet te stuiten lijken: het concept van democratie is blijkbaar zo zwak dat het geen alternatief kan verzinnen voor een vrijwillige metamorfose naar een controlestaat die xenofobie gretig kanaliseert. Je weet het, je voelt het, maar in je dagelijkse realiteit blijf je er in West-Europa weinig van merken. Blijft dat zo? Of komt de klap des te harder, op een semi-onvoorspelbare manier?
Ik spreek niet graag over een Derde Wereldoorlog omdat ons altijd werd geleerd dat die het einde van alles betekende. En een oorlog van dat kaliber hoop ik toch niet mee te maken. Maar als je eerlijk bent is op een ander niveau iets veel geniepiger aan de hand, een soort permanente ambient oorlog die net buiten het gezichtsveld, het Europese continent, plaatsvindt maar waar de gevolgen alleen indirect voelbaar zijn in de vorm van vluchtelingen (waar over het algemeen onmenselijk, een ongewilde abstractie, mee wordt omgegaan.) En er woedt zonder twijfel een Koude Oorlog 2.0 waar moeilijk de contouren van zijn te ontwaren, half bluf en mystificatie, maar aan de andere kant met een mogelijk reële invloed op verkiezingen. Overigens een manier van oorlogvoeren die iedereen met een vooruitziende blik al minstens 30 jaar geleden had kunnen zien aankomen terwijl overheden straaljagers bleven kopen. Het leger gebaseerd op principes uit de 20ste eeuw lijkt net zo onthand als ruiters die aan het begin van de Eerste Wereldoorlog opeens geconfronteerd werden met mitrailleurs. Maar in plaats van de militair te hervormen naar een informatiespecialist keert het leger naar binnen toe om in steeds meer landen (Verenigde Staten, Frankrijk en Turkije) een synthese of vervanging te vormen van de politiemacht. Inderdaad een van de hoekstenen van fascisme.
Het is lastig om nog tegenkrachten te vinden. In parlementaire democratieën is bijna elk alternatief of verschil platgewalst door de neoliberale consensus. Burgers die veranderingen willen doorvoeren weten dat ze gerichte projecten moeten organiseren en zelf initiatief dienen te nemen om bureaucratieën te breken. De ergste excessen op collectief niveau worden alleen nog tegengehouden in de rechtszaal en je kunt je afvragen hoe lang het duurt voordat het mandaat van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens wordt teruggedrongen (een van de meest gehate instituties door populisten en nationalisten: wees op je hoede als je de term 'activistische juristen' hoort.)
De vierde macht, journalistiek, is vrijwel compleet geërodeerd doordat het niet adequaat kon omgaan met digitale technologie. De zonde van de journalistiek is dat het is meegegaan in het digitale verdienmodel van de klik. De klik die leeft bij gratie van schandaal, beroemdheid, irritatie, woede, meningen. Populistische politici weten als geen ander de klik te gebruiken. Het zijn trollen die een nieuwe generatie journalist, niet meer wezenlijk geïnteresseerd in feiten of controle van macht, onweerstaanbaar vindt en waar goedwillenden op social media steeds maar in blijven trappen door te reageren terwijl daardoor de boodschap verspreidt. In Nederland zijn een handvol journalisten er nu ten aanzien van Wilders achtergekomen, worden de mechanismen in kaart gebracht, maar natuurlijk jaren te laat.
Gaan we dan een hopeloze periode tegemoet? In zekere zin hoeft dat helemaal niet, al zullen de gevolgen van klimaatverandering er de komende decennia in blijven hakken. Nog steeds leven we in een mogelijke transitieperiode naar een nieuw soort levensverbanden waarin de mens op diverse manieren met digitale informatie en nieuwe artificiële levensvormen zal omgaan. Langzaam begint de dagelijkse realiteit te veranderen, nu nog op vaak knullige wijze maar ongetwijfeld zal dit steeds geavanceerder worden. In die vergaande digitalisering ligt een verlies van autonomie verscholen, want we worden steeds meer onderdeel van digitale netwerken waaraan we beslissingen delegeren of afhankelijk van worden (hoe voel je je wanneer internet tijdelijk uitvalt?) Maar wellicht zal dit ook een verlies van psychische autonomie inhouden, een vorm van egoverlies die niet ongunstig hoeft uit te pakken.
De laatste tijd heb ik me weer meer verdiept in de natuurwetenschappen, een wereld van ultrakorte en onvoorstelbaar lange tijdspannen, met een aanstekelijke positieve blik, gedreven door nieuwsgierigheid en fantasie. Een wereld ook waar men fundamentele inzichten kritisch ondervraagt en bijvoorbeeld theorieën van Einstein aan het wankelen worden gebracht. Een wereld die zijn puriteinen kent en ook niet immuun is voor de verrottende invloed van geld en hypes maar in wezen naar voren kijkt en niet bang is. Het recept tegen negativisme en het feitenvrije klimaat dat politiek en media heeft gecreëerd (Forbes is verrassend genoeg een hele goede bron voor toegankelijke wetenschapsartikelen.)
Het afgelopen jaar was op persoonlijk niveau vreemd maar buitengewoon positief van aard. Ik kreeg de kans om het bestaan als freelancer achter me te laten net toen ik mijn laatste boek had gepubliceerd, wat mij meer rust gaf en minder tijd voor vrije associatie. Hierdoor kon ik onvermijdelijk minder aandacht besteden aan De Toekomst Hervonden. Vreemd genoeg begonnen na de zomer de bezoekersaantallen enorm toe te nemen, wat de cynicus in mij vooral wijt aan een, mij verder onbekende, verandering bij Google. December is zelf de meest populaire maand ooit geweest. Dan verschijnt al snel bij mij het idee om te stoppen op een hoogtepunt. Zoals De Jeugd van Tegenwoordig en De Zijlijn bovendien observeerde: iedereen heeft tegenwoordig een mening. Dan voelt je eigen bijdrage snel nutteloos. Maar al zal de frequentie van schrijven minder worden, wil ik het blog toch open houden, een kanaal waar ik bepaalde ideeën kwijt kan, de hopelijk positieve kanten van de 21ste eeuw.