1999 herinner ik mij als een ingetogen afsluiting van een opwindend decennium: Peace Orchestra, Innerzone Orchestra, Source Direct brachten prachtige albums uit. En uit het niets was daar weer een levensteken uit Detroit van Drexciya. In de voorafgaande jaren had het duo met een krachtig mengsel van techno en electro een prominente plek in de underground veroverd. Het retrospectief The Quest (1997) is essentieel voor iedereen die geïnteresseerd is in dansmuziek, elektronische muziek en sciencefiction. Maar het duo suggereerde dat met deze compilatie definitief een einde was gekomen aan Drexciya. Vandaar dat Neptune’s Lair, uitgebracht op het machtige Tresor label, twee jaar later als een verrassing kwam.
In die twee jaar had het duo aan een aantal modificaties van het eigen geluid gewerkt. Het album bestaat uit twintig tracks die een fascinerende reis vormen door de Drexciya onderwaterwereld. Muzikaal kun je de tracks in twee groepen verdelen. Een aantal dansbare electrotracks, optimistisch en haast lichtvoetig, met gebruik van tinkelende melodieën, soms aangevuld met machinale ambientgeluiden als het zoemen van mysterieuze onderzeeërs of onderwaterstations. Deze worden afgewisseld met programmamuziek als ‘Polymono Plexusgel’, ‘Devil Ray Cove’ of ‘Lost Vessel’, geluidswerelden die onbekende natuurverschijnselen of wetenschappelijke experimenten suggereren.
Neptune’s Lair zou een uiterst creatieve periode voor Drexciya inluiden waarbij het geluid nog in een reeks albums verder werd uitgewerkt. Maar nooit meer zo weids in ambitie, elke track een aftakking die verder kan worden uitgewerkt tot een minigenre. En bleef het duo altijd sterk in het verzinnen van titels, hier worden kant-en-klare sciencefictionverhalen aangereikt als ‘Andreaen Sand Dunes’, ‘Organic Hydropoly Spores’ of ‘Drifting Into A Time Of No Future’. Helaas sloot de vroegtijdige dood van James Stinson verdere verlegging van grenzen door Drexciya af. Gerald Donald zou onder andere als Dopplereffekt gelukkig verder gaan, nog steeds op zoek naar nieuwe werelden ver voorbij het electrogenre, soms met buitengewone resultaten.
zondag 29 november 2015
donderdag 26 november 2015
De onmogelijke droom van nieuwe ontdekkingsreizigers
We kennen het scenario uit talloze sciencefictionfilms en -boeken. De reis naar een bewoonbare planeet die buiten ons zonnestelsel ligt. Soms wordt specifiek ingegaan op de bijeffecten van zulke reizen, maar over het algemeen is de ervaring even klinisch en achteloos als de witte ruimtes waarin de reizigers wakker worden uit hun slaap. Kim Stanley Robinsons laatste boek Aurora verbeeldt in details de problemen die een dergelijke reis op 1/10 van de lichtsnelheid met zich meebrengt. Bovendien schreef hij een ontnuchterend artikel waarmee hij ruimtereizen, zonder allerlei kunstgrepen van wormgaten en reizen op lichtsnelheid, demystificeert. Zeer de moeite waard omdat Robinson de problemen op een aantal kennisgebieden in kaart brengt. Als denkexperiment is het waardevol omdat er een nooduitgang, die veel van ons vagelijk in het achterhoofd houden, mee lijkt te worden afgesloten:
But when we consider how we should behave now, we should keep in mind that the idea that if we wreck Earth we will have somewhere else to go, is simply false. That needs to be kept in mind, to set a proper value on our one and only planet, so that a moral hazard is not created that allows us to get sloppy with our caretaking of it.
zondag 22 november 2015
De geest van het Crystal Palace
Ik las onlangs in El País Semanal een kort artikel uit een serie waarin architecten wordt gevraagd naar hun favoriete gebouw. Die week was Norman Foster aan de beurt die enkele interessante dingen zegt over het Crystal Palace, het imposante gebouw waar de Wereldtentoonstelling van 1851 in werd gehouden. “Zijn bouwtechniek viert het vertrouwen in de toekomst. Zijn idealistische geest verlegde de limieten van ontwerp en techniek.” Een van de interessante opmerkingen van Foster is hoe tijdsdruk en afmeting van het gebouw de architect Joseph Paxton dwong om nieuwe oplossingen te verzinnen. Een vermoeden dat een ambitieus doel stellen, innovatie voortdrijft.
Je kunt niet ontkomen aan proto-Solar Punk associaties: licht, futurisme, kosmopolitisch, innovatief, esthetisch en ruimte voor groen. Daarom is het interessant om er achter te komen dat Foster en zijn bureau de ontwerpers zijn van Medinat Masdar, de duurzame stad in Abu Dhabi (geen auto’s, compleet afhankelijk van duurzame energie, gericht op onderzoek en technologie.) Dit is dan eindelijk de geest van de Crystal Palace herboren. Met een kanttekening, het gevaar dat dit soort steden enclaves van een elite worden, waar het Crystal Palace bedoeld was om iedereen te verbeteren. Aan de andere kant: men moet ergens beginnen en vervolgens hopen dat de inzichten van de constructie elders worden overgenomen.
donderdag 19 november 2015
Dromen in de ruimte
Eind jaren negentig was de term imaginary soundtrack populair in muziektijdschrift The Wire (al had Eno het concept al veel eerder uitgewerkt met zijn Music For Films album uit 1978). Ik had weinig op met de term omdat muziek, zeker instrumentale muziek, altijd al een potentieel voor verbeelding, het visueel-filmische, in zich draagt. Desondanks is Before Nostromo van Stephen Mathieu een intrigerend project. Negen sfeervolle muziekstukken die in de dromen klinken van de bemanning van het ruimteschip Nostromo, vlak voordat ze ontwaken en Alien (1979) begint. Ik heb al eerder gesteld dat drones lastig zijn om over te schrijven. Associaties die muzikanten aandragen zijn zeer belangrijk in de constructie van het luisterplezier. Scenario’s als Before Nostromo vormen een mooi alternatief voor de electronica auteur wiens drones men trouw beluistert als puzzelstukje in een oeuvre.
Overigens heb ik onlangs een bluray-versie van Alien gezien en de film was beter dan ik me kon herinneren. Ook al blijft het buitenaardse wezen als psychotische serial killer nog steeds vrij duf is het als ambient—het geluid, de technologie, aankleding—een meesterlijke film. Misschien dat Before Nostromo daarom werkt, als belofte van een andere film.
dinsdag 17 november 2015
Het Falen van de Controlestaat
De recente aanslagen in Parijs bewijzen eens te meer dat de controlestaat met zijn diepgaande surveillancetechnieken niet werkt. De controlestaat gaat aan zijn eigen logica ten onder:
Ondanks astronomisch budgetten, ongekende rekenkracht en vergaande wetgeving is surveillance ineffectief wanneer het aankomt op het voorkomen van aanslagen. Dus surveillance werkt aantoonbaar niet als methode. Elke andere menselijke bezigheid die zo weinig resultaten produceert zou allang failliet zijn verklaard. Voorstanders zitten met het probleem dat hun remedie “nog meer maatregelen” inmiddels overgaat in een soort vriendelijk fascisme. Kortom, de vrijheid die men pretendeert te beschermen wordt in een soort verschroeide aarde tactiek zelf vernietigd. Dit is de vaste keuze van het politiek-mediacomplex en zij kunnen er mee wegkomen omdat een groot deel van de bevolking toch al naar een vorm van fascisme verlangt.
Of de huidige surveillancetechnieken werken prima, misschien zelfs te goed. Het is het gebruik en de interpretatie die vervolgens haperen en aanslagen niet weten te verijdelen. Dit is op drie manier uit te leggen:
1. Moedwillig falen. De favoriete interpretatie van de paranoïcus die direct alarmbellen voelt afgaan wanneer blijkt dat daders allang in het vizier waren. In de paranoïde interpretatie wisten de geheime diensten ongeveer dat eerder dit jaar een aanslag zou worden gepleegd en is Charlie Hebdo onbewust opgeofferd als een verzameling nuttige idioten (jihadisten zijn nooit geïnteresseerd in traditionele terreurdoelen, namelijk machthebbers: hoge militairen, politiechefs of ministers.) De laatste aanslagen zijn vervolgens een blunder die veel groter uitpakte dan men had ingeschat (een blunder die ongetwijfeld voor een aantal verantwoordelijken binnen het controleapparaat gevolgen zal hebben.)
2. Falen door incompetentie. De realistische interpretatie. Het surveillanceapparaat dat jihadisme in de gaten zou moeten houden, wordt teveel voor andere zaken gebruikt: economische spionage, het in de gaten houden van advocaten, milieugroeperingen en dieractivisten. Het dodelijke gevaar wordt door een overdaad aan informatie gemist.
3. De controlestaat heeft een heel ander doel. De sociologische favoriet sinds Foucaults Surveiller et punir. Of surveillance werkt om de veiligheid te bewaren, doet er niet toe: het is de kans dat het werkt die een samenleving in het gareel moet houden. In die zin wordt het individu met een dubbele angst bedreigd: die van het complete toeval van de aanslag en de staat die al je gedragingen kan volgen, je misschien beter kent dan jezelf.
Vanzelfsprekend een onwenselijke situatie want psychische en maatschappelijk ongezond. Bovendien is fascisme retromania. Een oplossing? Die volgt een andere keer uitgebreid.
Een uitstekend achtergrondartikel over de rol van encryptie en metadata is hier te lezen. En Snowden als zondebok aanwijzen is misschien gebaseerd op ressentiment maar niet op feiten. New York Times lijkt zijn les geleerd te hebben van journalistieke doodzondes na 9/11 en de invasie van Irak en probeert zich met dit opiniestuk enigszins los te wringen uit het politiek-mediacomplex. En nog een artikel over het voorspelbare opportunisme na aanslagen. Pijnlijke en gedetailleerde lijst over terroristen die lang en breed bekend waren bij veiligheidsdiensten. Niks Playstation 4: meeste communicatie ging aan de hand van sms, zonder encryptie. Om een schoolvoorbeeld van het politiek-mediacomplex te geven: Nu.nl drinkt, zogezegd, de Kool-aid tot de laatste druppel.
maandag 16 november 2015
"George Clooney will run for office."
Tien sciencefictonschrijvers geven een korte voorspelling van de komende tien jaar. Veel kleinschalige ideeën eigenlijk, niemand brandt zijn vingers aan ruimteverkenningen. Deze van Robert Charles Wilson sprong er wat mij betreft uit, omdat het goed het huidige moment samenvat, waarin een soort fantasieloze interim-managers (type Hollande, Cameron, Rutte) op kansloze wijze leiding geven aan vervagende entiteiten:
Soundtrack: Boards of Canada - Tomorrow's Harvest
We can start by asking what’s already beginning to feel old. And what feels old (to me) is our political and economic discourse. Here we stand, on the brink of a global climate catastrophe and embedded in an emerging oligarchy armed with a surveillance apparatus of unprecedented reach and power, discussing politics in terms Victorian philosophers would have recognized. There is a tinderbox of unmet expectations and frustrated idealism out there, and a genuinely captivating new political or economic idea -- good or bad -- could start a global conflagration.Zal ik zelf dan maar een poging wagen? 2025? De rek is dan nog meer uit de nostalgie naar de 20ste eeuw. Ondanks het betreden van de diepe 21ste eeuw, zal veel van ons leven, en vooral in Nederland, er aan de oppervlakte hetzelfde uitzien. We hebben in ieder geval vreemder weer, het weerbericht voor Nederland het komende decennium: nog meer regen. Om de sociologische blik te accentueren: het politiek-media-entertainmentcomplex verpaupert verder waardoor meer mensen andere collectieven gaan vormen, vaak vanuit het lokale maar met inspiratie van over de hele wereld (goede ideeën zijn immers grenzeloos). Niet zozeer een verdere tweedeling als vergaande atomisering van de samenleving, een term die zijn betekenis in enkelvoud gaat verliezen. Steeds meer zullen we op maat gemaakte technologieën zien, met lichte vormen van A.I. die praktische oplossingen bieden. Opkomst van een zonnecultus in Duitsland, non-metafysisch, wel heel esthetisch en invloedrijk. Ik gok dat de generatie van mijn dochters zeer interessante en innovatieve kunst zal maken, die ik mij nu vanzelfsprekend niet kan voorstellen. Keith Richards haalt zijn 81ste verjaardag met gemak. Facebook is failliet.
Soundtrack: Boards of Canada - Tomorrow's Harvest
vrijdag 13 november 2015
De nieuwe utopisten en de keerzijde (leestips)
Robinson’s attempt to keep the flame of Utopia alive in a despairing era has made him a lonely figure. But suddenly, in the last few years, a new literary genre has emerged that hopes to revive ecological utopianism. Rallying under the banner “solarpunk,” a ragtag band of freelance futurists and science fiction writers have argued that we have an obligation to imagine positive futures where plausible technologies give us practical green solutions.Uit 'The New Utopians', een lang artikel van Jeet Heer in The New Republic. In zekere zin gaat het over het oeuvre van schrijver Kim Stanley Robinson (niet bij te houden die man.) Maar de laatste alinea's zijn een handige introductie van solarpunk.
Aan de andere kant van het spectrum, een ander favoriet onderwerp van dit blog: Detroit. Ben Paynter schrijft voor het toch al interessante Los Angeles Review of Books een lange recensie over Beautiful Terrible Ruins : Detroit and the Anxiety of Decline van Dora Apel:
As the title of her work indicates, Apel’s thesis is that “the anxiety of decline feeds an enormous appetite for ruin imagery.” Not stopping there, though, she qualifies: “But it matters whether we understand ruination as historically inevitable, the fault of its own victims, or as the result of industrial disinvestment and capitalist globalization.” The industry of “ruin imagery” has to be better understood, the possibility of an underlying “anxiety of decline” has to be explored, and the role of “capitalist globalization” has to be disambiguated.
zondag 8 november 2015
Een uitstekende introductie van solarpunk
For a great many reasons (not least of which is the aging population), I don’t think we can count on mass movements taking to the streets to fix our problems. Instead we can build our solarpunk society in the places and moments that the state neglects — particularly in response to the climate disasters and black swan shocks that will punctuate the coming century. If we do this right, Solarpunk could be the philosophy of those who fill in the gaps, the aesthetic of the assemblies that coalesce where government fails to show up.'On the Political Dimensions of Solarpunk' van Andrew Dana Hudson is het beste essay over solarpunk dat ik tot nu toe heb gelezen. Uitgebreid, subtiel en met de juiste toon, ergens tussen hoop en realisme in. Het is denk ik ook de bron van de 'move quietly and plant things' slogan. Het is in ieder geval een essentiële tekst voor iedereen die geïnteresseerd is een praktisch futurisme dat zich bewust is van zowel esthetische als socio-economische dimensies.
Dat het solarpunk idee, op een haast instinctieve manier, zo goed voelt heeft mij een tijd verbaast. Maar na lezing van 'On the Political Dimensions of Solarpunk', met zijn gebruik van onder andere Sterlings "old people in big cities afraid of the sky" en Gibsons 'Jackpot', ben ik De Toekomst Hervonden gaan zien als een soort voorbereiding van solarpunk, het noodzakelijke sloopwerk van ruïnes. Aangezien de term toen ik het boek schreef nog niet bestond, vind je het er niet terug. Anders had ik het zonder twijfel in de conclusie gebruikt. Hoe dan ook, tijd om explicieter te worden over solarpunk in een groter werk (twijfel alleen of het fictie of non-fictie zal zijn.) Ondertussen laat ik in recente teksten hints achter: de DordtYart lezing, de laatste zin in 'Een klein futurisme' vanzelfsprekend, maar ook het einde van het Countrywear essay in From Tip to Toe met het visioen van tuinsteden. Ik zeg hier ook maar een keer: Junya Watanabe's 2012 excentrieke lente/zomercollectie is een vriendelijke blik in de nabije toekomst.
vrijdag 6 november 2015
maandag 2 november 2015
Een klein futurisme
Abonneren op:
Posts (Atom)