Ik heb ongeveer in twee weken een jaar aan indrukken
opgedaan. Met name het non-toeristische Jaffna in het noorden van Sri Lanka
(voorheen Tamil Tijger gebied) bezit een authentieke charme. Maar laten
terugkeren naar een specifiek thema: kent Sri Lanka retromania? Ik denk van
niet en dat zorgt natuurlijk voor een bepaalde opluchting. Retromania is een
van de vele structuren die je als Westerling voelt wegvallen wanneer je het
land bezoekt. De rit van het vliegveld naar het eerste hotel vormde
bijvoorbeeld een bijna hallucinerende rit langs een stad die leek te zijn
gebouwd als een lint langs de weg, waar compleet andere verkeersregels gelden,
een bizarre veelheid aan religieuze beelden staan opgesteld (inclusief
katholieke heiligen). Europa wordt definitief op afstand gezet. En dat is
mentaal en conceptueel zeer gezond.
De samenleving is compleet anders ingericht, met een grote
rol voor religie (een circulair ritme van ritueel zonder progressie.) En niet
onbelangrijk: de invloed van Amerika is relatief
klein, al kun je er Coca-Cola en Pepsi vinden (zelf hakken ze liever een kokosnoot open, is ook veel lekkerder.) Rusland en China worden vanwege
hun steun in de burgeroorlog door een meerderheid vertrouwd en de auto’s zijn hoofdzakelijk van
Japanse makelij (al is de in India geproduceerde Tuk Tuk een veel belangrijker
vervoersmiddel.) De Westerse popcultuur is vrijwel afwezig buiten Colombo en
er is in bredere zin weinig om nostalgisch over te doen: het directe verleden
bestaat uit dertig jaar burgeroorlog waar niemand met weemoed aan terugdenkt.
Sommige sporen van de oorlog—een geëxplodeerde watertoren, de verbrande
bibliotheek van Jaffna—worden moedwillig, als herinnering, in stand gehouden. Nostalgie,
als het bestaat, is geïmporteerd, de langzaam vervagende Britse nostalgie naar het
Empire (en dan in de herinnering van een verdwijnende generatie.) Nog iets waar
de zelfbewuste Sri Lankaan totaal niet naar terugverlangt, met uitzondering van cricket, het gesublimeerde Engelse, waar men zoals in zoveel ex-koloniën dol op is.
Ik had overigens zoiets als een muzikale openbaring toen ik
met een ontbloot bovenlijf in een hindoetempel in Jaffna achter een groep
gelovigen aansjokte die door een priester van nis naar nis werden geleid. Eerst
dacht ik dat de muziek van tape klonk, maar nadat we het circuit hadden
volbracht, bleek het door een priester met een trommel en twee jongelingen op
lange trompetten te worden gespeeld. De mooiste muziek die ik jaren heb
gehoord, zoiets als Coltrane’s einddroom, eindelijk bevrijd van toonladders. Knetter hypnotiserend.
Helemaal af, ongetwijfeld al eeuwen lang.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten