Mastodon designing futures where nothing will occur

dinsdag 4 maart 2014

Amsterdam 1991 mix


Ik heb een tijd getwijfeld over een nieuwe “historische” mix. Waarom niet een tijd en plaats nemen waar ik zelf bij ben geweest? Parallel hieraan sleutelde ik aan een bijdrage voor Perfects.nl die ik voorrang heb gegeven omdat het een breder beeld geeft van popmuziek in 1991 (middenin zul je een reeks tracks vinden die met deze mix wordt uitgebreid.)

In zekere zin is dit een retorische mix omdat er een aantal zaken mee kunnen worden aangekaart. De toekomst verkennen is een ding, maar in hoeverre is dat mogelijk als de historische basis vervalst is. Amsterdam 1991 gaat om een verschuiving in house. En dat was gewoon house, de deling house – techno werd een aantal jaren later opeens gepropageerd, maar bestond toen nog niet. Techno was hoogstens een manier om een lokale variant van house uit Detroit mee aan te duiden. De verschuiving was geenszins typisch Amsterdams, maar de verharding van het geluid die vaak Rotterdams wordt genoemd, was ook in Amsterdam ingezet (of in Utrecht waar Underground Resistance destijds een legendarisch optreden gaf). Bovendien was het een verschuiving die internationaal op verschillende plaatsen werd ingezet. Quazar’s Seven Stars album uit datzelfde jaar begint met een DJ die Amsterdam tot “house capital of the world” uitroept, wat charmant is, maar als een stad aanspraak kon maken op die titel in 1991 was het Gent, thuisbasis van het R&S label (met o.a. Beltram, CJ Bolland, Human Resource).

Terug naar Amsterdam. In kraakpanden, Mazzo, Paradiso en vooral Subtopia (geleid door Jeroen Flamman en Jeff Porter/Abraxas) kon je wekelijks muziek horen veranderen. In de zomer van 1991 werd je als danser getuige van de mutatie van het Mentasm-geluid dat door Joey Beltram was geïntroduceerd, een metalig, zuigend geluid dat door talloze producers werd vervormd tot bizarre spiralen van plezier. En nu dat woord is gevallen, house was een onovertroffen plezier: feesten ademden een sfeer uit die mij altijd deed denken aan een speeltuin, een mengsel van fysieke spanning en ongegeneerde lol. Zonder zelfbewustzijn over verleden of toekomst, in het moment.

Dat moment is lang geleden verdwenen. De terugkeer van alcohol, de verkeerde commercie, gewenning en de versplintering in genres, doorbraken die collectieve toewijding aan het moment. De smartphone heeft, veel later, definitief een weg terug afgesloten. Er is altijd een realistische zijde van mij geweest die dat heeft geaccepteerd, popmuziek is op zijn sterkst in explosies van nieuwe vormen en dat eens in je leven meemaken is waarlijk leven. ‘The Realm’ van C’hantal wist het eloquent te verwoorden: an act of sensation with no limits or boundaries. En soms heb je gewoonweg geluk, heb je precies de juiste leeftijd in een vreemde periode. John Higgs in dat KLF boek verwoordt het zeer helder:
We can date the end of that era, what Hobsbawm called the ‘Age of Extremes’, to the end of the Cold War in 1991, and we can date the start of the information era to the first popular web browser in 1994. What, then, should we make of those years in between? They are boundary years, comparable to what anthropologists call a liminal state. They were a period when the old rules were gone, but before the new order was formed. They were a period, in other words, when normal certainties did not apply, when anything was possible and the strange was commonplace.
Let the bass kick.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten