Mastodon designing futures where nothing will occur

dinsdag 23 februari 2021

Daft Punk en het plezier van geluid


Eigenlijk reageerde ik in eerste instantie nonchalant op het nieuws dat de wegen van Daft Punk scheiden. Hoogstwaarschijnlijk betekent het dat ik onderbewust al mijn vermoedens had. Nooit afgemaakte gedachten over hoe nu verder na Random Access Memories, een plaat die niet te herhalen is, in zichzelf al een grandioos afscheid van een tijdperk, het Analoge Tijdperk, dat toen al achter ons lag. Hoe dan verder? Destijds vond ik dat Daft Punk zijn prog-kant moest uitwerken. Welcome to the machine, et cetera. En dat leek volgens tot nieuwsberichten gepromoveerde geruchten ook te gaan gebeuren met een soundtrack voor de aanstaande film van horrormaestro Dario Argento. Niemand die het blijkbaar echt heeft gecontroleerd.






Ik vermoed dat ze zijn uitgekeken op het project en je kunt inderdaad beter met een afgemeten discografie stoppen. Bangalter maakt al jaren interessante soundtracks waarop hij soms ouderwets van beukenstein gaat en Homem Christo is een verfijnde producer dus er is geen reden om te stoppen met muziek maken. En eerlijk gezegd was ik bang dat een volgend album een volstrekt Amerikaanse gelegenheid zou worden met gastbijdragen van Kanye en andersoortige autotune-paupers. Wat ik zo in de sportschool meekreeg heeft The Weeknd goed opgelet tijdens hun samenwerking en was het duo daarna niet meer nodig om de simulacrumpop ‘Blinding Lights’ te maken.

Dan doemen onvermijdelijk de volgende woorden op: het einde van een tijdperk. En dat is voorbij de reflex ook gewoon waar. Het tijdperk was echter al een tijd geleden geëindigd. De cultuur waar Daft Punk door werd gevormd, jaren ‘90 house, de rave, bestaat in zijn authentieke verschijning allang niet meer. Dit heeft Daft Punk zelf ook gerealiseerd, waarschijnlijk al in de aanloop naar Discovery (2001) waarna ze house-als-disco in andere vormen presenteerde: anime, conceptuele kunst, extravagante concertervaring, soundtrack en bestseller uit verloren tijden. Voorwaar, een fascinerende reeks. Nu rest de museumificatie van house, de concertzaal met zitstoelen, het tweede leven van de gamelicentie en de elegieën van Burial. De Daft Punkers hebben hun pensioen al geregeld en hoeven hun gehoor niet op te offeren in het nostalgiecircuit. Alleen Aphex Twin rest nog als een onberekenbare figuur, die met het verstrijken der jaren steeds meer op een legende zal lijken, de terugkeer van de koning.

Maar die melancholische bespiegelingen doen geen recht aan de muziek van Daft Punk. Want Daft Punk ging vooral over plezier. Plezier in geluid, in eerste instantie de extase van de loop—de glorieuze spiraal van ‘Around the World’, de machinale dreun van ‘Alive’, dat riedeltje in Armand van Heldens remix van ‘Da Funk’—het moment op de dansvloer dat eeuwig mag duren. Daarna met Discovery het bouwen van een fantasiewereld met geluid, vol verrassingen, inventiviteit, valse herinneringen, ongegeneerd romantisch, dan weer melancholisch. Een waar chef d'oeuvre. Alleen The Avalanches zijn in staat gebleken om deze ambitie te volgen waar dansmuziek droomt. Dat plezier komt in deze vorm, met zijn specifieke verwijzingen, met een complete anime in jaren zeventig-stijl, niet meer terug voor iemand van mijn leeftijd die dezelfde cultuur als Daft Punk in een veel overzichtelijkere mediaconstellatie heeft meegemaakt. Het archief wacht, de onvermijdelijke onderdompeling in de lege geneugten van het entertainmentcomplex en dan uit het niets een glimlach als ik me herinner hoe de herkeningsmelodie van ‘Music Souds Better With You’ opdoemt om plotseling te fuseren met de bas van ‘Together’ terwijl de robotpakken rood oplichten. One More Time.