Mastodon designing futures where nothing will occur

zaterdag 28 december 2019

The Rise of Skywalker: de opkomst van het nieuwe entertainmentcomplex


“Soon will I rest, yes, forever sleep. Earned it I have. Twilight is upon me, soon night must fall.”

Vooruit, omdat ik hier The Force Awakens en The Last Jedi heb geanalyseerd moet ik de negende en laatste Star Wars-film ook bespreken. Een lastige taak, want wat valt er eigenlijk nog over Star Wars te zeggen, die veredelde kinderfilms die veel te populair werden? Puur als film, als Star Wars-film ook, is The Rise of Skywalker een gemankeerde film, zonder twijfel de minste van de nieuwe trilogie, misschien wel van de hele reeks. Regisseur J.J. Abrams neemt de honneurs dit keer weer waar en net als The Force Awakens kan hij prachtige werelden neerzetten, gevuld met gruizige technologieën en een scala aan levensvormen. Je wordt als kijker het universum ingezogen en dat blijft escapistische magie van de hoogste orde.

De belangrijke figuren (Rey, Finn, Poe en Kylo Ren) zijn nog steeds aanstekelijk en een paar nieuwe personages vormen een acceptabele aanvulling, met name de stoere Zorii Bliss maakt ondanks een kort optreden indruk met de mooiste oneliner (“They win by making you think you’re alone.¨) en het feit dat je nooit haar gezicht te zien krijgt. Zo gaat de eerste helft van de film in hoog tempo van planeet naar planeet. Een prettige ervaring maar uiteindelijk wreekt dit ritme zich. Net als het matige zijproject Rogue One heeft The Rise of Skywalker de structuur van een game: objecten moeten gevonden worden, achtervolgingen overleefd, personages met informatie ontmoet en dan weer door naar de volgende opdracht. Er is geen moment van contemplatie, alleen verhitte discussies en dan raast iedereen als een bende hyperactieve kinderen door. De gebruikelijke bombast van John Williams plamuurt alles voor de zekerheid dicht waardoor je na afloop overweldigd en verdwaasd de bioscoop verlaat.

De tweede helft van de film is problematisch omdat The Last Jedi al had bewezen dat het conventionele Star Wars-verhaal weinig meer had te bieden. Om de saga op bevredigende wijze af te sluiten hadden de makers subtiel te werk moeten gaan maar ze kregen duidelijk geen tijd genoeg om de zaken grondig uit te denken. Hierdoor valt men terug op de meest platte verhaallijnen van de originele trilogie, een herhaling van zetten waar je als geoefende kijker weinig bij zult voelen. Alleen de laatste scène biedt eindelijk rust en zoiets als afsluiting. Iets wat al veel eerder had moeten worden ingezet. Deze film vroeg net als A New Hope om een flinke dosis Kurosawa.

De nieuwe trilogie is natuurlijk als onderdeel van Disney gemaakt en nu hij compleet is, tekent zich duidelijk af hoe het entertainmentcomplex een bepaalde stijl begint af te dwingen, de makers tijd geeft om binnen twee jaar een film af te krijgen voor de kerstperiode. Hier ligt zonder twijfel de oorzaak dat de films op bepaalde momenten gehaast voelen, ondoordacht, waardoor het universum, zoals eerder opgemerkt, steeds minder consistent aanvoelt. Elke regisseur biedt zijn eigen interpretatie, geeft voorzetten die door de opvolger niet worden begrepen of expres genegeerd, wat leidt tot plotwendingen die geïmproviseerd lijken maar die je accepteert omdat je als kijker geen tijd hebt om er rustig over na te denken.

 

En het maakt binnen het complex niet veel uit omdat spinoffs van games een belangrijke bron van inkomsten zijn. Star Wars is sinds The Empire Strikes Back een relatie aangegaan met computergames, wat rond The Return of the Jedi resulteerde in een, zeker voor die tijd, geweldige arcadegame. Sinds de prequels is die relatie steeds inniger geworden en kon je je als bioscoopbezoeker vaak niet aan de indruk onttrekken dat bepaalde scènes speciaal waren ontworpen voor de bijbehorende games. In die zin zijn de laatste zes Star Wars-films de ontwikkeling van een nieuw soort popcultuurhybride die de komende jaren kan worden uitgewerkt tot virtuele werelden. De films hebben genoeg bronmateriaal geleverd en zijn nu, zeker met de lancering van het Disney+ televisiekanaal, als cinematische ervaring overbodig geworden.

Gelukkig maar, want Star Wars-fans kunnen niet gelukkig zijn. Sterker, Star Wars is voor een groot deel van hen een continue bron van teleurstelling. Ook dit fenomeen heeft zich in twintig jaar verder ontwikkeld. The Phantom Menace (1999) was het eerste evenement van massale ontgoocheling dat gedreven werd door internet. De wil tot teleurstelling die de norm van het online discours over cultuur is geworden. Sindsdien heeft geen enkele Star Wars-film op collectieve tevredenheid kunnen rekenen, omdat de belangrijkste acteur niet beviel, omdat Yoda digitaal was geworden, omdat alles digitaal was geworden, The Force Awakens teveel teruggreep op de eerste film of The Last Jedi teveel brak met traditie. The Rise of Skywalker is de laatste teleurstelling en zo leert de film zowaar een wijze les: laat je nooit leiden door de teleurstelling van fans want ook dan zullen ze teleurgesteld zijn.

Uiteindelijk lijkt het me als gematigd liefhebber het beste om de originele trilogie (zoals deze films destijds in de bioscoop werden vertoond, nooit de special editions) als de ware Star Wars te beschouwen en de rest als apocriefe legendes, soms met intrigerende momenten (de tweede helft van Revenge of the Sith), als amusante hervertelling (The Force Awakens) of herinterpretatie (de betere delen van The Last Jedi) maar nooit zoiets als een sluitend, coherent verhaal.

zondag 22 december 2019

Top 10 albums 2010 – 2019

Dit jaar kwam de volgende tweet van Molly Lambert langs:

Wat mij betreft een juiste relativering van de manier waarop we in decennia denken. Opvallend is dat de huidige periode die van 10 jaar overtreft en dat het volledig natuurlijk aanvoelt. William Gibson lanceerde de term atemporaliteit voor een gevoel dat we in een eeuwigdurend digitaal nu leven maar vaak heb ik gedacht dat het aan mij lag dat een jaar als 2007 inwisselbaar voelt met bijvoorbeeld 2013, terwijl ik me vaak zeer helder voor de geest kan halen waar ik me in de jaren negentig precies bevond. Er gebeurt tegelijkertijd te weinig en teveel, te weinig in wezenlijke veranderingen, teveel op het gebied van triviale informatie. Het resultaat is onder andere een gevoel van stilstand, ook op muzikaal gebied.

En toch gloort er af en toe hoop. De afgelopen tien jaar zijn er fantastische platen verschenen en ik heb flink moeten schuiven om een top-10 te maken. Maar ik realiseerde me ook dat vier van de uitgekozen artiesten op de eerste Artificial Intelligence compilatie (1992) stonden. Dat kan een aantal dingen betekenen. Ik heb een conservatieve muzieksmaak (een acceptabele hypothese), die vier artiesten zijn gewoon heel erg goed en hebben zich verder ontwikkeld (klopt vanzelfsprekend) of muziek heeft zich in het algemeen niet ver genoeg ontwikkeld om ze als “oud nieuws” achter te laten. Het is muziek die nog steeds als de toekomst klinkt. Of beter, wat ooit toekomstmuziek was klinkt nu hedendaags, zeg maar 21st century contemporary music.

Ik hoop ooit nog echt een keer te worden weggeblazen door nieuwe muziek zoals ‘Pump Up the Volume’, ‘Dominator’ of ‘Music’ dat ooit deden al lijkt dit steeds onwaarschijnlijker te worden. De manier waarop we naar muziek luisteren zal waarschijnlijk het komende decennium het meest veranderen. Het album gaat langzaam verdwijnen, samen met de cd, gevolgd door vinyl na zijn onverwachte renaissance van de laatste jaren. Muziek zal ook voor de toegewijde luisteraar steeds meer achtergrond worden, iets waar je half-geïnteresseerd naar luistert. Live muziek kan nog die toewijding van het moment handhaven, al zal het ook steeds moeilijker worden om spontane optredens bij te wonen, gezien de tendens van het afgelopen decennium om concerten perfect te plannen. Dit alles valt nog binnen het oude model van de muziekindustrie, dat langzaam onderdeel wordt van een overkoepelend digitaal entertainment complex. Geen vrolijk vooruitzicht, al schept dit paradoxaal de ruimte voor het onvoorspelbare.


Rosalía – El Mal Querer (2018)

¡Virgen santísima! Een Spaanse maakt de plaat van het decennium. Had ik niet kunnen voorspellen. Niet alleen muzikaal innovatief en toegankelijk maar Rosalía is ook zoiets als een kosmopolitisch icoon. De popster die we nodig hebben.

Ricardo Villalobos & Max Loderbauer - RE: ECM (2011)

Een tijdje geleden schreef ik over deze sensationele dubbel-cd:

“...ik zou zoiets als de track Recat—een hypnotiserende bewerking van een detail uit Christian Wallumrød Ensemble’s Music For One Cat—tegelijkertijd de meest vooruitstrevende techno van de laatste jaren willen noemen, een radicale vernieuwing van de mogelijkheden van techno. Nee, er is geen beukende beat te bekennen en dansen hierop zal van de slow motion variant zijn, maar dat is niet erg. Techno zal toch steeds meer het dictaat van de dansvloer moeten loslaten om textuur in detail te verkennen. De club kan zoveel meer zijn en buiten de muren wacht zelfs een compleet universum om onderdeel te worden van techno. Re:ECM is de voorzichtig geplaatste wegwijzer.”  

The Black Dog – Music for Real Airports (2010)

Een duister antwoord op de dromerige ambientklassieker Music for Airports van Brian Eno. The Black Dog bezocht een vliegveld en maakte veldopnamen die worden verwerkt in een buitengewoon krachtige mineur ambient/techno. Zonder het uit te spellen wordt een statement gemaakt over de controlestaat, het verdwijnen van de openbare ruimte, de kilheid van surveillancetechnologie. Het meesterwerk van de tweede incarnatie van The Black Dog en een klassieker van het genre.  

James Holden – The Inheritors (2013)

Mijn favoriete album uit het geweldige muziekjaar 2013. “Onvoorspelbaarheid en mystiek in techno, het kan nog. The Inheritors zou veel muzikanten die in en rond de dansmuziek opereren aan het denken moeten zetten en daarmee een breuk forceren.” Een heerlijk zelfverzekerd album gevuld met organische dansmuziek. Misschien minder invloedrijk dan ik destijds hoopte dat het zou worden, maar wel degelijk de plaat die een plek heeft geforceerd voor een vrije vorm van techno.  

Plastikman – Ex (2014)

Uit Kritische massa over een van de meest ondergewaardeerd platen van het decennium:

“Luisterend naar Ex is het meestal lastig om concrete beelden op te roepen en dit is een van de karakteristieke eigenschappen van Hawtins muziek. En toch, dat wat koud en machinaal zou moeten klinken, is juist bij vlagen extreem menselijk. Zelf het donkere middenstuk van Ex, waarin men eenvoudig kan verdwalen, wordt gekenmerkt door een gevoel van eenzaamheid. De eenzaamheid die men voelt op de dansvloer wanneer de golven van plezier wegebben en alleen lichamen gekoppeld aan technologie overblijven. Wat doe ik hier? Elke danser kent deze twijfel die in de donkere club dieper, welhaast heroïsch, aanvoelt.”  

The Avalanches – Wildflower (2016)

Hier sta ik gewoon nog achter: “Als Paul’s Boutique de Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band is en It Takes a Nation of Millions de Are You Experienced? dan is Wildflower de Smile van het sampledelia tijdperk.” De belangrijkste comeback van de afgelopen tien jaar. Een verrukkelijke reis vol stemmen, geluidseffecten en gevonden melodieën met een heel eigen diepe gruizigheid alsof een artefact uit de jaren zeventig is opgegraven dat zijn tijd 40 jaar vooruit was.

Aphex Twin – Syro (2014)

Een van de mooiste muzikale momenten van het decennium was toch het openen van het Aphex Twin archief in 2015. Ik word er bijna nostalgisch van. “Hij heeft weer nummers vrijgegeven!” Vreemd, in mijn herinnering was Syro, het officiële Aphex Twin-album, hierna uitgebracht maar nu zie ik dat dit het jaar daarvoor verscheen. Direct na eerste beluistering noemde ik het “een van de vreemdste acidplaten ooit.” Ik heb er maandenlang intensief naar geluisterd totdat ik helemaal verzadigd was. Daarom stond Syro een tijd buiten de top-10. Totdat ik de plaat weer een keer beluisterde met mijn nieuwe koptelefoon en compleet werd weggeblazen door de bizarre overdaad aan details. Een meesterwerk dat niet na is te doen.  

Joanna Newsom – Divers (2015)

Ik moest een keuze maken tussen het opulente Have One On Me en Divers, mijn favoriete plaat uit 2015. Maar de eerlijkheid gebied me dat ik de eerste destijds was vergeten en pas begon te beluisteren na haar optreden in Utrecht. Dus Divers, dat misschien ook gewoon de mooiste liedjes heeft.  

GAS – Narkopop (2017)

Ook een essentiële en onverwachte comeback: het vijfde GAS-album. Om mezelf nog een keer te citeren:

Narkopop is ook muzikaal het grootst opgezette album in de GAS-serie, vergelijkbaar met supersymfonieën als de tweede van Mahler. Zauberberg had altijd de mooiste structuur: een blik op de berg, de reis door het woud die volgt en het bereiken van de bergtop zelf. Narkopop slingert meer, kent meer verschillen: sublieme miniaturen die glinsteren als Rijngoud en ergens in het midden van het woud een duister hart gevormd door een terugkerende reeks van drie kloppende basdrums die het album meteen riskant maken als psychedelische ervaring. Dit fragment is zonder twijfel het dichtst dat GAS bij kwaadaardige muziek komt, onnoembaar en heidens.”  

Autechre – NTS Sessions (2018)

Autechre bleef zoals altijd zonder ¨vakantie” produceren in de jaren ‘10. Het begon met het wonderschone Oversteps en eindigde met de verzamelde vier NTS Sessions (acht cd’s) die het duo de kans geven om al hun stijlen te etaleren. Van ouderwetse electro tot futuristische gamelan, van folkloristische muziek rond Alpha Centauri tot hypnotiserende ambient. Legendes die eigenlijk op postzegels zouden moeten staan.  

Zoveel meer goede platen!
Death in Vegas – Trans-Love Energies
Gus Gus – Arabian Horse
Nina Kraviz – Fabric 91
Shackleton - Fabric 55 
Ricardo Villalobos –Dependent and Happy
Niño de Elche - Antología del cante flamenco heterodoxo
Daft Punk – Random Access Memories
Boards of Canada – Tomorrow’s Harvest
My Bloody Valentine – mbv
The Knife - Shake The Habitual
Robert Hood - Motor: Nighttime World 3
Varg – Nordic Flora Series Pt. 3: Gore-Tex City
Biosphere – Departed Glories
Joanna Newsom – Have One On Me
Infinite Music -  A Tribute To La Monte Young
Alba Molina - Caminando con Manuel
James Holden & The Animal Spirits – The Animal Spirits
Porter Ricks – Anguila Electrica
The Orb – Cow/Chill Out, World!
Scott Walker + Sunn o))) – Soused 
Scott Walker – Bish Bosch
Lana Del Rey – Ultraviolence, Norman Fucking Rockwell
Autechre - Oversteps
ø – Konstellaati
Cypress Hill – Elephants on Acid
De Jeugd van Tegenwoordig –  De Lachende Derde

zondag 15 december 2019

Favoriete albums van 2019

En dat was het laatste muzikale jaar van het decennium. Ik kan hetzelfde schrijven als de afgelopen jaren over de afwezigheid van een breuk, maar dan kom ik nog wel op terug in mijn overzicht van de beste platen van het decennium. Op zich was 2019 een prima muziekjaar waarbij ik zelfs veel meer moeite had dan voorheen om het aanbod te reduceren tot tien platen, waarvan ik er nog veel door omstandigheden fysiek moet aanschaffen (mijn collectie rust al een paar maanden in een opslag.) Hoe dan ook, mijn favoriet weer als eerste genoemd. Vanaf dag 1 liefhebber van Laantje en ze lijkt ook steeds beter te worden (het volgend decennium gaat ze ook leveren ;)

   

Lana Del Rey – Norman Fucking Rockwell
Bijna voorspelbaar goed. De post-Empire ster levert een Grote Plaat© op het moment dat ik had geaccepteerd dat het niet meer mogelijk was. Nu we het toch over Bret Easton Ellis hebben, Del Rey is waarschijnlijk de beste artiest die voortborduurt op zijn werk. Californië, decadentie, melancholie, "How to disappear". Duidelijke zaak. Wonderschone liedjes, elke luisterbeurt weer een andere favoriet, met een verleidelijk wazige sfeer die riekt naar verdovende middelen uit de opiatengroep.  

Royal Trux – White Stuff
Dan toch eindelijk de hereniging van het coolste rockduo van de jaren ‘90 dat in het vermaarde decennium een geweldige reeks albums uitbracht. White Stuff – de ultieme Royal Trux titel- gaat door alsof de afgelopen 20 jaar niet hebben plaatsgevonden. Zwiepende gitaarriffs, surrealistische teksten over het Vieze Amerika en natuurlijk die unieke samenzang. Het is allemaal goed en past precies op een enkele LP met een paar klassieke krakers zoals het dreinende ‘Whopper Dave’ (de manier waarop “Promises!” op een gegeven moment Whopper Dave vervangt, is pure Truxoezïe) en het trieste ‘Suburban Junkie Lady’. Uiteindelijk lijkt het niemand iets te hebben kunnen schelen. Mooi zo, nog steeds dus dé cultband.  

Kim Gordon – No Home Record
Aangezien ik heilig geloofde in de synergie van Sonic Youth zat ik eigenlijk niet zo te wachten op een Kim Gordon soloalbum. En toch was ik na een paar nummers verkocht. Avontuurlijk, voornamelijk electronisch, erotisch en compleet anders dan wat ik had verwacht. Eigenlijk niets minder dan de vrouwelijke (en Los Angeles) variant van het tweede Suicide album.  

Laurel Halo – DJ Kicks
De muziek van Laurel Halo heb ik me tot nu toe maar zijdelings in verdiept. Maar op een of andere manier was ik gefascineerd door haar bijdrage aan de langlopende DJ Kicks mixserie (26 jaar inmiddels.) Mooie auteur techno-hoes met een portret van Halo als een getroebleerde Californische singer-songwriter. De mix is een heerlijk nerveuze maar dansbare variant op techno met vleugjes EBM. Mijn meest gedraaide album van 2019  

PTU – Am I Who I Am?
Origineelste technoalbum van 2019 kwam van dit Russische duo. Inventief en sfeervol maar altijd als goed geoliede sciencefictionmachine gericht op het plonkie-beukie gedeelte van de dansvloer. Gelukkig is kraker ‘Castor and Pollux’ inbegrepen.  

FKA Twigs – MAGDALENE
Ik moet bij FKA Twigs altijd aan twee dingen denken: Kate Bush vanzelfsprekend en anime. Haar muziek ademt in alles melancholische mens-machineconstructies uit. Een artieste die echt als 2019 klinkt.

Moon Duo – Stars are the Light
De meest stonede liedjes sinds ‘Wasp in the Lotus’ van The Dandy Warhols. Heerlijk eigen stijl, een soort lichtvoetige shoegaze (Cocteau Twins circa Heaven or Las Vegas associeerde ik) met Krautrockaccenten. Zorgeloze liedjes voor jonge geliefden op zonovergoten dagen. Sonic Boom bleek achter de knoppen te zitten, altijd een stempel van goedkeuring.  

Richie Hawtin – Close Combined (Live Glasgow, London, Tokyo)
Ik kan er ook niks aan doen, weer Richie Hawtin! Dit keer helaas niet op een fysiek drager maar dat doet niets af aan de kracht van dit nieuwe hoofdstuk in de Closer mixserie. Deze is misschien de meest functionele dansbare in de reeks met Hawtin die naadloos drie optredens combineert tot een spannende mix met opbouwen en climaxen die doen denken aan zijn buitengewone sets tijdens de Plastikman-jaren.  

J Majik – Full Circle
Onverwachte comeback. Een van de jungle-grootheden van de jaren ‘90 leek met vervroegd pensioen te zijn op een van de Canarische Eilanden. Wat blijkt, hij heeft nog steeds de touch. Jungle zoals het hoort te klinken, ratelend, vol op de Amen-break en aangekleed met verfijnde melodieën en voorbijschietende stemmen. Een warm bad voor de liefhebber, maar ook een herinnering aan het feit dat we ergens een verkeerde afslag hebben genomen en muzikaal in de parallele, grijze toekomst leven.  

Solange – When I Get Home
Ik ben op zich geen groot liefhebber van R&B maar Solange is speciaal, de grootste vernieuwer in het genre sinds Aaliyah. When I Get Home heeft een unieke sfeer alsof Solange dagdromend de liedjes improviseert. Veel korte impressionistische en schetsmatige liedjes vol herhaling in plaats van voorspelbare “hits” en minder hoorspelachtige herinneringen en preken dan op de ambitieuze voorganger A Seat at the Table.  

Ook met plezier geluisterd in 2019:
Robag Wruhme - Venq Tolep
The Dandy Warhols – Why You So Crazy
Dominik Eulberg - Mannigfaltig
Richard Fearless – Deep Rave Memories
Biosphere – The Senja Recordings
Multi-Panel – Empty Handed
James Holden – Cambodian Spring
Vilod - The Clouds Know
Fennesz - Agora
808 State – Transmisson Suite
William Basinski – On Time Out of Time
Paranoid London - PL
Francesco Tristano – Tokyo Stories
Matthijs Kouw – The Great Image Has No Form
Ben Salisbury & Geoff Barrow - Annihilation