Mastodon designing futures where nothing will occur

maandag 17 februari 2020

Andrew Weatherall (1963 - 2020)



Het nieuws van het overlijden van Andrew Weatherall heeft me op een wezenlijk andere manier geraakt dan die van andere artiesten de afgelopen jaren. Onverwacht natuurlijk, veel te vroeg, ook, maar ik vermoed dat er met Weatherall iets meer sterft, dat er een afscheid wordt ingezet. Meer dan een in memoriam is dit dan een zoektocht naar dit gevoel van verlies, een plotse gewaarwording dat gebeurtenissen moeten worden gedocumenteerd voordat het te laat is en mijn geheugen vervaagt.

Weatherall heeft alleen al door ‘Loaded’, zijn remix voor Primal Scream uit 1990, een cruciale rol in mijn leven gespeeld. Dit was het nummer dat me definitief op het spoor van dansmuziek zette, waar ik, in al zijn complexiteit, een groot deel van mijn leven aan heb gewijd. Hij was natuurlijk niet de eerste remixer maar het was de remix die precies op het juiste moment, een soort transitie, van rock naar house, van jaren '80 naar '90, maar ook van tiener naar volwassene, in gang zette en mij als waarheid overweldigde.

In januari 1992 zag ik Primal Scream in Paradiso optreden met Paul Oakenfold als DJ vooraf aan het concert waarvan ik nog kan herinneren dat hij de Perfecto remix van U2’s ‘Mysterious Ways’ draaide omdat ik daar in opkomende ecstasy-golf van dacht “vooruit dan maar”. Na het trippy optreden van Primal Scream ging een deel van het publiek al naar huis terwijl de housers zich opmaakten voor een paar uur Weatherall. Van de muziek kan ik me geen details herinneren behalve dat je er heerlijk op kon dansen. Geen bekende tracks, in een eigen stijl die in niets leek op de toen populaire rave-stijl. Dansvloer en podium waren voor de dansers, Weatherall draaide ergens anoniem op het balkon. Na verloop van tijd bleven alleen de liefhebbers over voor wat me altijd zal bijblijven als een van de prettigste danservaringen die ik heb meegemaakt. Meer dan genoeg ruimte, gelijkgezinde jonge aristocraten van de beat in de buurt, geen druk, alleen maar vrijheid om te verdwijnen in ritme.

Met zijn talloze remixes en producties als Sabres of Paradise en later Two Lone Swordsmen groeide Weatherall uit tot essentiële figuur van de jaren negentig die, ik vermoed, altijd meer in het Verenigd Koninkrijk op waarde werd geschat dan in de rest van Europa (ook al zou hij de cruciale Hypercity cd uit 2001 mixen die techno op het vasteland nieuw leven inblies.) Het duurde dan ook meer dan tien jaar voordat ik hem weer eens zag draaien, dit keer in Club 11, de wat afstandelijke club met uitzicht op nachtelijk Amsterdam. Ook weer een bijzondere ervaring omdat twee dagen voor kerst de dansvloer niet was afgeladen. Alweer een set zonder bekende krakers, zonder effectbejag van breakdowns maar een zelfverzekerde, opbouwende puls die op niemand anders leek.

Weatherall was een veelzijdige producer/muzikant/DJ die altijd nieuwe dingen uitprobeerde. Zijn trage remix van Björks ‘One Day’ is pure narcotica, de Dub Chapter 3 remix van Primal Screams ‘Jailbird’ een dubmarathon van bijna 13 minuten. De single ‘Wilmot’ met zijn calypso-basis leek in 1994 op niets anders. Het werk van Two Lone Swordsmen was grauw en abstract terwijl zijn DJ-sets vaak gewoon opgewekt klonken (luister bijvoorbeeld naar zijn prachtige, lange set op de Primal Scream after-party uit 2011). En Weatherall was niet bang om in zijn zoektocht te falen. Zijn remix van My Bloody Valentine’s ‘Soon’ heeft altijd houterig geklonken, het A Pox on the Pioneers album onder eigen naam is een misbaksel en The Asphodells stierf ook een stille dood. Het was nooit een rampzalige misstap, er was altijd tijd voor een nieuw experiment.

De laatste keer dat ik Weatherall meemaakte was tijdens Dekmantel 2014 op een zonnige middag in het Amsterdams Bos. In daglicht een vreemde ervaring maar door het kleine podium halfverscholen in het bos ergens ook intiem. De energie van rave is allang vervlogen, bij mij maar ook in de cultuur zelf. Alles is voorgeprogrammeerd in het eclectische raamwerk van het festival. Vrijheid, zelfexperessie, verlies van zelf zijn allemaal ondergeschikt gemaakt aan consumptie, presentatie en het sociale. En toch, terwijl mijn vrienden ergens anders naar toe gaan, blijf ik bescheiden bewegen op de intrigerend subtiele kadans die de inmiddels bebaarde Weatherall opzet. Geen geknal, geen rare fratsen of gebaartjes, gewoon heel geconcentreerd laag op laag bouwend, ritmes waaruit stemmen verschijnen die je verder duwen tot een plezierig plateau. Alweer, helemaal eigen, totaal anders dan zijn vorige sets...ambachtelijk.

Nu ik me door woorden heb laten leiden herken ik die vreemde relatie waarbij een onbekende zich in je leven kan weven, wiens muziek over een periode van 30 jaar onderdeel wordt van je identiteit. Het gevoel van verlies is een afscheid van een deel van jezelf, van jonge dromen, zorgeloosheid, ongewilde transformaties, teleurstellingen en het besef dat het feest ook voor jou zal eindigen. De lichten gaan aan, de betovering verbroken, buiten wachten flarden van een nieuwe ochtend.