Mastodon designing futures where nothing will occur

vrijdag 19 juni 2015

SMiLE op cd (inclusief tekst uit het archief)

Ik merkte tijdens het schrijven van een nieuw boek dat Brian Wilson vaak terugkeerde als verwijzing en zo kwam ik er achter dat in 2011 The SMiLE Sessions zijn uitgebracht, een soort definitieve versie van het album-dat-nooit-was, gebasseerd op de versie die Brian Wilson in 2004 had opgenomen. Er bestaat een uitgebreide boxset met vijf cd's, maar ik heb de enkele cd gekocht want ik ga een dergelijke boxset toch maar een keer beluisteren en bovendien is het van grotere waarde voor musicologen. Door de jaren heen heb ik naar reconstructies geluisterd van SMiLE en toch maakt het verschil om het nu professioneel afgemixt en op cd-kwaliteit te horen. Het is een wonderbaarlijke plaat, met een prachtige contrast tuseen een aantal van de mooiste liedjes ooit gemaakt en, zeker naarmate het album vordert, unieke kosmische minaturen. Er is vaak gespeculeerd wat er zou zijn gebeurd wanneer SMiLE gewoon in 1967 was uitgebracht. Had popmuziek dan een heel ander pad ingeslagen? Hadden The Beatles op hun beurt een antwoord geformuleerd in plaats van te opteren voor de kleine gebaren van The Beatles (1968)? Mooi voer voor een parallele geschiedenis sciencefictionverhaal (ik zet het op de te schrijven lijst). Maar eerlijk gezegd denk ik dat het effect niet zo dramatisch zou zijn geweest. Pet Sounds was al geen commercieel succes (en is pas in de jaren negentig echt aan een opmars begonnen, in de OOR Top-100 aller tijden uit 1987 is het album een onopvallende middenmotor). Waarschijnlijk maakt de reis van SMiLE, met die unieke betekenislagen en mythologie, het album tot wat het is. Maar ik realiseerde me ook dat popmuziek niet beter wordt dan dit. Die samenloop van talent en sociale omstandigheden zal voorlopig niet worden herhaald.

Het deed me ook denken aan een oude dubbelrecensie die ik voor De Subjectivisten schreef over de 2004 versie van Brian Wilson. Verloren gegaan in de grote crash van de site, maar in mijn archief vond ik gelukkig mijn tekst. Helaas niet die van Roger Teeling waar ik naar verwijs. Sommige dingen gaan echt verloren.

Open source voor nieuwe en oude dromen (2004)

Als Pet Sounds, zoals Roger Teeling vol overtuiging kan verkondigen, de eerste sampleplaat is, dan is SMiLE het eerste “open source” album. Niet louter een verzameling puzzelstukjes voor Beach Boys nerds en de Dood van de Auteur theorie in praktijk gebracht door bootlegfanaten, nee, SMiLE schiep gedurende 37 jaar een ruimte om in te fantaseren over de Ultieme Plaat, de beste plaat aller tijden die nooit was, de droomplaat bij uitstek. Wie die mythe om zeep helpt kan zure reacties verwachten, in een zin zijn samen te vatten als “de magie is verdwenen.” Het is op zich geen onterechte observatie, in de zin dat de hele sociale constellatie die SMiLE veroorzaakte en tegelijkertijd vertegenwoordigt, de jaren zestig, is verdwenen. Dat licht, die paranoia en hoop kan je met Protools onmogelijk doen herleven.

Wat ik jammer vind van die reacties uit het, zeg maar, puristische kamp, is dat er vaak een soort teleurstelling uit klinkt alsof het postzegelalbum opeens gigantisch in waarde is gedaald (wat ongetwijfeld ook zo is), zonder dat er bij de betekenis van de nieuwe SMiLE wordt stilgestaan. Want als er een plaat gemaakt lijkt voor het net voltooide scenario dan is het dit ambitieuze werk over migratie, levenscycli, ouder worden, wedergeboortes, voortleven in het kind. Zelfs als SMiLE was uitgebracht in 1967 dan was een nieuwe versie “noodzakelijk” geweest om, het schaduwgeluid, de stem van de man te horen. Vandaar dat ik ook niet kan inzitten over Wilsons stem op de nieuwe versie, hij klinkt zoals hij op zijn leeftijd hoort te klinken, kalm en wijzer. De eerste zinnen van ‘Heroes and Villans’ klinken nu authentieker want doorleefd, bovendien zijn er opeens duizelingwekkende momenten waar Brian Wilson zijn jeugdige zelf lijkt toe te zingen, die op zijn beurt fantaseert over zichzelf als oude man.

Dat Wilson de cyclus voor zichzelf heeft weten af te sluiten is bewonderswaardig en denk ik vanuit persoonlijk oogpunt ook “gezond”. Wat niet hoeft te betekenen dat de opening die 37 jaar SMiLE heeft veroorzaakt definitief is afgesloten nu de Auteur weer heeft gesproken. Er is geen definitieve SMiLE, die moet iedereen zelf vinden en construeren. Dat kan met veredeld knip en plak werk, als muzikaal eerbetoon (High Llamas op het doodsaaie Hawaii) of op meer impressionistische wijze zoals Mouse on Mars in zeker zin deden op hun Vulvaland album (het laatste model zou uiteindelijk moeten leiden tot een Fennesz remixproject/atomaire ontleding van SMiLE.) Ik stel mij een toekomstscenario voor waarin het de Kraftwerkrobots mogelijk wordt gemaakt om onafhankelijk van menselijke inbreng muziek te maken en zo uiteindelijk hun versie van SMiLE zullen bouwen, zichzelf pijnigend met de vraag hoe ze de laatste minuut van ‘Surf’s Up’ door middel van vocoderstemmen kunnen reproduceren Ze zullen het hoofd breken over de vraag of dat gevoel van oneindigheid, de schoonheid van sterren gereflecteerd in de ogen van een kind, het eindproduct is van een logisch uit te werken proces of dat het uiteindelijk toch maar een dromer was die de magie werkelijk kon vangen.

vrijdag 12 juni 2015

Ornette




Ornette Coleman overleden. Dit zijn de lastige teksten. Ik kende Coleman natuurlijk alleen als muzikant en wanneer iemand dan een respectabele leeftijd bereikt, uitzonderlijk veel heeft geincasseerd en de weerstand op allerlei niveau's heeft overwonnen, kan ik daar alleen maar vrede mee hebben. De tekst gaat dan over de betekenis van de muzikant. Maar we hebben al zoveel van dit soort teksten gekend, vol termen als vernieuwer, grootheid en genie. Termen die daardoor leeg zijn geworden terwijl ze nu juist op hun plaats zijn. Ik heb geen zin om een hele geschiedenisles na te vertellen, om de zaak Coleman opnieuw te pleiten. Ik weet dat Coleman radicaal was, een verschuiving veroorzaakte in de 20ste eeuwse muziek die zich kan meten met die van Schönberg of Stockhausen. Coltrane ging in de leer bij de jongere Coleman, wat valt er nog meer uit te leggen? Ik denk ook dat zijn muziek intuïtief is te begrijpen. Vreemd in eerste instantie, maar altijd begrijpelijk. De melodie van bijvoorbeeld ‘Street Woman’ blijft miraculeus, in eerste instantie denk je wellicht “dit klopt niet”, maar de manier waarop het zich ontwikkelt en tot een einde komt is zo avontuurlijk -alsof je een acrobaat zonder vangnet observeert- maar ook zo juist. Het is alleen muziek die van de luisteraar een sprong verwacht, een vertrouwen vraagt om het te volgen.

Coleman wist wat de grote artiesten weten: fouten zijn vruchtbaar. En hier ligt nog steeds de kracht van zijn muziek. Want wij zijn tegenwoordig bang voor fouten, voor risico. Accepteer je fouten en de mogelijkheden openbaren zich. En dat hoeft niet te resulteren in een afstandelijke muziek (of films, boeken of kunst…of zelfs maatschappij: Free Jazz is niet alleen een aanzet tot een vrije muziek, maar is ook een model voor het vrije individu, de vrije samenleving.) Coleman op zijn best kan ontroeren als geen ander: ‘Lonely Woman’, ‘Beauty is a Rare Thing’ en ‘Song For Che’ raken de luisteraar in zijn wezen, een oase van menselijkheid…eenzaamheid, schoonheid, rechtvaardigheid.



woensdag 10 juni 2015

Wolfgang Voigt – Rückverzauberung 10: Nationalpark




Als ik het me goed herinner is dit de eerste cd die ik in 2015 heb aangeschaft. Dat is natuurlijk grotendeels de schuld van Aphex Twin en toch ook een beetje dat pas recentelijk een paar (mogelijk) interessante albums verschijnen. Een nieuwe Wolfgang Voigt is een automatische aanschaf. Dat heeft een praktische kant, zijn albums zet je makkelijk op, kun je op allerlei momenten beluisteren en gaan jaren mee. En er is een audiofiele insteek, de muziek van Voigt moet je overspoelen. Dunne streams en mp3s op computerspeakers doen geen recht aan de muziek. Binnen de kortste keren bewijst Rückverzauberung dit met zijn bedwelmende klanken die plotseling in volume toenemen.

Rückverzauberung 10: Nationalpark, gemaakt ter ere van de opening van het Nationalpark Hunsrück-Hochwald, is in alles een continuering van Voigts GAS-project waarmee hij tussen 1996 en 2000 een compleet eigen interpretatie gaf aan zowel techno als de Duitse klassieke muziek (in De Toekomst Hervonden krijgt Zauberberg daarom een unieke term toebedeeld: sterke plaat.) Met de Rückverzauberung-reeks ontdoet Voigt de muziek van de pompende beats en blijft een intrigerend veld van klanken over. Het idee van lagen van klassieke muziek vermengt met synthesizers lijkt simpel maar niemand doet Voigt echt na, de muziek is ook direct als de zijne te herkennen, ongetwijfeld van vanwege de techniek al is de sfeer, een mengsel van dwalende melancholie en verwondering, vrij stijlvast.

Voigt wordt soms beschuldigd van Zwarte Woud kitsch, maar ik denk dat zijn romantische gevoelens complexer zijn (en feitelijk gezien liggen zowel Köningsforst en Hunsrück-Hochwald niet in het Zwarte Woud.) Ik moest bij beluistering van het album terugdenken aan een tijd dat ik graag de term Geist hanteerde om een bepaalde kwaliteit van muziek mee te omschrijven. Destijds was ik nog zoekende en had de term bepaalde associaties met Duitse filosofie die bad ass waren, maar nu ik Rückverzauberung (terugtoveren) beluister snap ik waar ik naar op zoek was, een soort tegenhanger van soul. Maar die term werkt niet goed. Ik heb Autechre wel eens de grootste soulband van onze tijd genoemd, maar de associaties met een bepaald genre zijn te sterk. Soul heeft als term ook teveel last van authenticiteit, een inherent menselijk gevoel wat de zanger/muzikant opdiept. In Geist zie ik de emotionele synthese tussen mens en machine. Autechre heeft het, Aphex Twin heeft het zeker, ik zag het in de kalme zang van Ralf Hütter en de muziek van Wolfgang Voigt is met zijn extra betekenislagen waarschijnlijk de krachtigste manifestatie van Geist.


Rückverzauberung 10 lijkt op een definitief statement, het is veel langer dan de vorige tracks (de cd bestaat uit een nummer van iets langer dan een uur) waardoor de luisteraar optimaal kan verzinken in de muziek. Ambient in zijn meest klassieke vorm, het stuk werd ook in eerste instantie gebruikt voor een geluidsinstallatie in een woud. Moeilijk om na een paar luisterbeurten te bevatten, dit is immers muziek waar schijnbaar weinig “gebeurt”, er is geen drama, contrast wordt opgebouwd in ongebruikelijke tijdspannen, spanning ontstaat subtiel, vaak veroorzaakt door dynamische veranderingen, sommige details zullen na verloop van jaren worden ontdekt. Bovendien is er geen breuk met het al lang geleden geperfectioneerde model, vol associaties van natuur, Romantiek en Duitsland. Een muziek voor hardcore individualisten. De dichters, wandelaars, denkers.

woensdag 3 juni 2015

Ambient Hitchcock (Ex_Machina)



Heb eindelijk Ex_Machina van Alex Garland gezien en kon concluderen dat we nu definitief een renaissance van de sciencefictionfilm doormaken. Stijlvol, eigenzinnig en handelend over de echte thema’s uit de 21ste eeuw. Het bewijst ook hoe minder geld een betere film kan opleveren, alleen al omdat je niet afhankelijk wordt van de eisen van mensen met vastgeroeste ideeën over sadistische actie, net-niet seks en vooral over muziek. Ex_Machina ziet er geweldig uit, maar waar je het duidelijkst de afwezigheid van Hollywood merkt, is de muziek van Geoff Barrow (Portishead) en Ben Salisbury, een hypnotiserende verzameling pulsen en bliepjes. Zo makkelijk is het, en laten we gewoon het beestje bij zijn naam noemen: het feit dat Carl Craig of Jeff Mills nog nooit een soundtrack voor een sciencefictionfilm hebben kunnen maken is gewoon het resultaat van racisme (ongetwijfeld gemarineerd in desinteresse.)

Hoe dan ook. Ex_Machina roept een aantal interessante vragen op. De film benadrukte alweer voor mij dat de mens nooit A.I. en robots een menselijke gedaante moet geven. We kunnen dat psychisch niet aan. Het lijkt wel of sommige angsten hierover al in onze hersens zijn vastgelegd: niet het trauma uit de jeugd dat ons leven stuurt, maar een trauma uit de toekomst. Ex_Machina hint er redelijk subtiel naar in de manier waarop kunst (maskers, schilderijen) al de blauwdrukken vormen voor de mens-machine. Aan de andere kant lijkt het heel lastig om dit niet te doen. Ik moest terugdenken aan de recentelijk Tegenlicht uitzending 'De Robot als Mens' en hoe met name in Japan die menselijke vorm wordt nagestreefd (Ex_Machina vindt trouwens op het laatst een mooie balans tussen de Westerse en Oosterse kijk op A.I. maar ik zal niets verraden over de plotontwikkelingen, het is een film waar je van te voren verder zo weinig over moet weten, zeker om het ambient Hitchcock effect goed te ondergaan.)

Die Tegenlicht uitzending was intrigerend al vond ik dat Daniel Dennett er een beetje bekaaid van afkwam. Zo zijn de documentaires nu eenmaal gestructureerd en gelukkig is op de website een langer, continu interview te zien waar hij iets dieper ingaat over de rol die evolutie zal spelen in de ontwikkeling van A.I. Vooral zijn laatste gedachte dat lang voordat een autonome A.I. operationeel wordt mensen waarschijnlijk het verschil niet meer interessant zullen vinden, beviel me wel. In die zin gebruikt Ex_Machina A.I. nog als de Ander, wat om een verhaal binnen bepaalde sciencefictionconventies te vertellen nodig is en ook al doet Garland dat op verfijnde wijze, het proces zal in realiteit veel subtieler gaan. De langzame onderdompeling in een netwerk van collectieve intelligentie dat nu nog moeilijk is voor te stellen.