But here’s the thing: For nostalgia to work, the objects that evoke it have to go away for a while, or at least be beyond reach. There must be distance. With the Internet, smartphones, and a 24-hour news cycle, however, everything from the recent past is relentlessly present. There's simply too little to long for if it's always available. If we take nostalgia to strictly mean a wistful longing for, or melancholic memory of, someone's past personal experiences (as opposed to, say, someone alive today yearning to live at the height of the Roman Empire), it seems conceivable, then, that for coming generations the feeling of nostalgia might eventually disappear—not due to over-exposure or diminished effect, but because of its inability to form in the first place.
Paul Hibert lanceert een interessante hypothese in 'Will the Web Kill Nostalgia?' maar tegen
het einde van zijn artikel blijkt het antwoord eigenlijk al ontkennend te zijn.
Er is geen enkele reden om aan te nemen dat mijn kinderen geen nostalgische gevoelens zullen
hebben voor bepaalde momenten in hun kindertijd, bepaalde series, films en
muziek of apps. Maar of ze het zullen cultiveren is onzeker, ik betwijfel of het
de bijna industriële vorm zal hebben die nostalgie nu bezit. Bepaald mint iPods zullen in hoog aanzien staan,
maar er zal geen tweede vinyl-hausse volgen. Op een gegeven moment zijn
objecten verzadigd. Een grote technologische doorbraak, type kernfusie, mens op
Mars, zal nostalgie uiteindelijk doen verdampen en weer tot een bezigheid maken van een kleine groep
specialisten.
Interessanter— en de auteur probeert er sneaky aan te ontsnappen— is de vraag of volgende generaties
nostalgie gaan cultiveren naar periodes die ze niet hebt geleefd. Zelf was ik
als tiener totdat house opkwam redelijk nostalgisch naar de jaren zestig, het
idee dat je geboren bent after the
goldrush. En dat zie ik misschien nog wel in een hernieuwde versie
terugkeren, als een nostalgie naar een leven voor 9/11. Het is enigszins
afhankelijk van de manier waarop historisch besef zich zal ontwikkelen. Ik ben
benieuwd of het soort meta-nostalgie van tieners en jonge twintigers op Tumblr
voor de periode 1960 – 1989 over het jaar 2000 getild zal worden, of dat dit
tijdperk, inclusief de jaren ‘90 gecanoniseerd gaat worden als het "esthetische
tijdperk". De nostalgie van de connaisseurs, de aangeleerde, in plaats van de
individueel geleefde, variant.
Ik maak mij er op het moment geen grote zorgen over. Er
bestaat een neiging van culturele commentators/critici/denkers om serieus in te
gaan op elke aankondiging van een nieuwe revival. Alles wat in conventionele
media (kranten, tijdschriften, televisie) wordt aangekondigd als revival staat
los van zowel de alledaagse als avant-gardistische realiteit. Dat zijn revivals als paginavulling, een ritueel van de
hyperrealiteit. Een aantal sukkels zal bijvoorbeeld weer in broeken met wijde
pijpen gaan lopen. Maar echte vernieuwers en leiders in mode zijn allang losgeweekt
van de revival-cyclus, zijn geïnteresseerd in innovatieve textielsoorten en nieuwe silhouetten en functionaliteit.
Ik was laatst in een pretpark en het viel me op dat er op kledinggebied een
soort conventionele atemporaliteit heerst, een onbestemde onopvallendheid, waar
een voorheen vooruitstrevend merk als Stone Island inmiddels in is opgenomen.
Die stijl zal de komende jaren heel traag en in de kleinste details veranderen.
Maar daar doorheen zul je extremere variaties gaan zien, waar sommige elementen
langzaam worden opgenomen in de conventionele kledingstijl. Nostalgie in kleding is dood, iets voor zonderlingen...en vooral goedkoop.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten