Mastodon designing futures where nothing will occur

maandag 22 december 2025

Bij het overlijden van Ken Downie

Was it true about the black dog that walked there at night with eyes as big as carriagelamps?

— James Joyce, Portrait of the Artist as a Young Man

Zondagavond verscheen op de socialmediakanalen van The Black Dog het bericht dat oprichter Ken Downie op 20 december is overleden. Dat betekent, kort gezegd, dat een van drie grootste Britse technomuzikanten niet meer is. Een vreemde gewaarwording als was het omdat The Black Dog de laatste jaren op hoog tempo platen uitbracht en die stroom plotseling wordt afgekapt. Nog onlangs gaf het trio een gratis ambientalbum weg dat tot het beste in het genre behoort; gelijktijdig verscheen het nieuwe technoalbum Loud Ambient en enkele maanden eerder de fascinerende My Brutal Life 3-cd-boxset.

Over Downie zelf was, geheel in de geest van de vroege house, eigenlijk weinig bekend. Zijn leeftijd is vooralsnog onbekend en foto’s van hem zijn schaars. Het eerste interview dat ik ooit met hem las — in The Wire in 1996 — toonde hem onherkenbaar gefotografeerd. In die beginperiode was The Black Dog een mysterieuze entiteit die net genoeg hints achterliet om de verbeelding van de luisteraar te prikkelen: een mogelijke fascinatie voor Egyptische mythologie, een vroege betrokkenheid bij online communicatie en thema’s als virtuele werelden, wellicht psychedelica en natuurlijk buitenaardse wezens. Nog voordat ze zich aansloten bij stadsgenoten Warp, brachten ze in 1989 het magnifieke 'Virtual' uit. Niet alleen een beginpunt van auteur-techno, maar met zijn elegante melodieën en breakbeats ook een favoriet van latere jungledj’s als LTJ Bukem en Grooverider. Bytes zette in 1993 de standaard voor het technoalbum, en twee jaar later verscheen Spanners: een van de mooiste platen van de jaren ’90, vol opgewekte en speelse tracks vol inventieve ritmes, afgewisseld met abstracte miniaturen. Een album die in dezelfde adem moet worden genoemd als Selected Ambient Works 85–92, Revolution for Change, tri repetae. en Consumed.

De eerste incarnatie van The Black Dog viel daarna snel uiteen. In 2001 vormde Downie een tweede trio dat vooral vanaf 2008, met Radio Scarecrow, op stoom kwam met een nieuw geluid: nog steeds zeer melodieus, maar donkerder, de utopie van de jaren negentig ingeruild voor een realistische paranoia over de verstrekkende gevolgen van digitale technologieën. Het meesterwerk van deze tweede periode is Music for Real Airports (2010), een volstrekt unieke ambient-techno-reis door een als luchthaven vermomd veiligheidstheater. En zo bleef de groep zich ontwikkelen: nooit hetzelfde, altijd interessant. En altijd onafhankelijk — Downie en de zijnen deden nooit een gooi naar populariteit, maar werkten onverstoorbaar door, zelf platen inpakken en naar het postkantoor brengen.

Met het wegvallen van Downie eindigt een lang avontuur door geluid. Het is ook het einde van een van die vreemde relaties die je opbouwt met een artiest die je meer dan dertig jaar volgt, wiens muziek zich in je leven nestelt, waarin je een zeker vertrouwen ontwikkelt zonder ooit veel over hem te weten te komen, behalve wat sporadisch via social media naar buiten sijpelde. En zelfs dan wist je vaak niet wie er precies namens The Black Dog sprak. Iemand sterft werkelijk — naast zijn dubbel, een knooppunt in netwerken dat uitdooft. Maar de ideeën en muziek die in dit netwerk werden verspreid zijn een eigen leven gaan leiden en zullen blijven voortbestaan. The Black Dog blijft in de nacht klinken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten