Gisteren na het lezen van het prettige GQ interview met Les Daft overviel mij opeens de volgende gedachte: draag ik inmiddels teveel cultureel gewicht met mij mee om ooit nog onbevangen naar muziek te kunnen luisteren? In het Engels zou je mooi zeggen: ben ik jaded? Hoogstwaarschijnlijk wel (al krijg je daar weer in de vorm van een overdaad aan referenties en associaties zoiets als wijsheid voor terug.) Maar dat is nog een normaal symptoom van ouderdom.
Door een mooie speling van het lot draaide ik daarna in de auto NEU ’75 en werd opeens weggeblazen door een onmiskenbare indruk: dit is muziek zonder cultureel gewicht. En dat geeft de muziek van NEU! (ah, die bandnaam!) een achteloze frisheid die tijdloos voelt. Hier geen ironie, geen woede, geen web van referenties, geen volgestouwd geluidsspectrum...alleen maar beweging richting openheid, gewichtloosheid. Hetzelfde geldt grotendeels voor Kraftwerk in die periode*. Zoals we allemaal weten was dit ook letterlijk het geval, al die bands begonnen met een schone lei vanwege de rampspoed die de Duitse cultuur een generatie eerder had gebracht.
Essentiële vraag derhalve: is het mogelijk om nog muziek te maken zonder een verstikkende culturele last? En zelfs als dat lukt word je er dan niet meteen door de luisteraar mee opgezadeld? Ik vermoed overigens dat Daft Punk die staat van culturele gewichtloosheid met Random Access Memories wil bereiken maar dat het willen zelf al die wens saboteert.
* De enige muziek die hierna eenzelfde culturele gewichtloosheid bezit is bepaalde heel minimale house uit de periode 1988-1994. Muziek die vanuit eenzelfde Jaar Nul gevoel is gemaakt. Het eerste voorbeeld dat me te binnenschiet is 'Solid Sleep' van Jeff Mills:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten